ECLI:NL:RBDHA:2020:11030

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 oktober 2020
Publicatiedatum
3 november 2020
Zaaknummer
C/09/600775 / FA RK 20-7154
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling in het kader van de Wet zorg en dwang

Op 16 oktober 2020 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënt, geboren in 1934. Deze beschikking volgde op een verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) dat op 13 oktober 2020 was ingediend. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek op dezelfde dag gehouden, waarbij de burgemeester van de gemeente Zoetermeer op 12 oktober 2020 een last tot inbewaringstelling had afgegeven. De cliënt, die lijdt aan een bipolaire stoornis met mengbeeld dementie, weigerde zorg en vertoonde ernstig verwaarlozingsgedrag. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder ernstig lichamelijk letsel en verwaarlozing, en dat voortzetting van de inbewaringstelling noodzakelijk was om dit te voorkomen. De machtiging werd verleend voor de duur van zes weken, tot en met 27 november 2020. De beschikking is gegeven door rechter H.A.G. Nijman, bijgestaan door griffier K.A.M. Boeije, en is uitgesproken ter openbare zitting.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/600775 / FA RK 20-7154
Datum beschikking: 16 oktober 2020

Machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling

Beschikkingnaar aanleiding van het op 13 oktober 2020 door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) ingediende verzoek tot het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling als bedoeld in artikel 37 van de Wet zorg en dwang (Wzd), ten aanzien van:

[de vrouw]

hierna te noemen: cliënt,
geboren op [geboortedag] 1934 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats]
advocaat: mr. M.A. van de Weerd te 's-Gravenhage.

Procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 13 oktober 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de beschikking van de burgemeester van de gemeente Zoetermeer van
12 oktober 2020;
- de op 12 oktober 2020 ondertekende medische verklaring van een ter zake kundige [arts] die cliënt met het oog op de machtiging kort te voren heeft onderzocht, maar niet bij diens behandeling betrokken was;
- een indicatiebesluit op grond van artikel 3.2.3 van de Wet langdurige zorg van
24 april 2020.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 16 oktober 2020.
Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen gelijktijdig telefonisch gehoord door de rechtbank omdat het houden van een fysieke zitting vanwege de geldende veiligheidsmaatregelen met betrekking tot het coronavirus niet mogelijk was:
- de [specialist ouderengeneeskunde] en [verpleegkundige] , beiden in aanwezigheid van cliënt.
- de advocaat.

Standpunten ter zitting

Cliënt verklaart dat het goed met haar gaat, heel goed zelfs want zij heeft haar eigen huisje.
Ze willen haar helpen, maar dat is niet nodig want cliënt is goedgekeurd en kan alles zelf.
De specialist ouderengeneeskunde geeft aan dat mevrouw alle zorg heeft geweigerd; wassen, aankleden, eten, drinken, mevrouw weigert alles. Via familie lukt het nu om mevrouw kleine beetjes te laten eten en drinken. Het ontbreekt haar volledig aan ziektebesef. Er is bij cliënt sprake van een bipolaire stoornis met mengbeeld dementie. Zo staart mevrouw naar het plafond en denkt dan terug aan de Tweede Wereldoorlog. Cliënt kan voor 14 dagen bij [verblijfplaats] blijven (betreft een crisisbed), daarna zal zij naar een verpleeghuis of overbruggingsplek gaan.
De advocaat refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.

Beoordeling

Op 12 oktober 2020 heeft de burgemeester van de gemeente Zoetermeer ten behoeve van cliënt een last tot inbewaringstelling afgegeven.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel waardoor een rechterlijke machtiging niet kan worden afgewacht.
Het ernstig vermoeden bestaat dat het gedrag van cliënt als gevolg van haar psychogeriatrische aandoening en een daarmee gepaard gaande psychische stoornis, te weten een bipolaire 1 stoornis met mengbeeld dementie, dit ernstig nadeel veroorzaakt.
Het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel bestaat uit:
ernstig lichamelijk letsel;
ernstige verwaarlozing;
de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
Cliënt neemt haar medicatie voor haar chronische blaasontsteking niet in. Bij verergering van de infectie moet zij opgenomen worden in een ziekenhuis. Cliënt eet en drinkt slecht en krijgt, met behulp van familie, op dit moment maar net voldoende binnen om ‘overeind’ te blijven. Er is daarnaast sprake van ernstige zelfverwaarlozing. Zo heeft cliënt vier weken dezelfde kleding gedragen en was zij vanwege incontinentie vervuild door ontlasting en urine.
Om het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel te voorkomen dan wel af te wenden is
voortzetting van de inbewaringstelling noodzakelijk. Dit middel is ook geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen dan wel af te wenden en er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
Cliënt verzet zich tegen een voortzetting van haar verblijf in de accommodatie. Cliënt weigert zorg (zowel ambulant als in de kliniek) en is verbaal agressief naar hulpverleners.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat is voldaan aan de criteria voor een voortzetting van de inbewaringstelling. De machtiging zal worden verleend voor de duur van zes weken.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling ten aanzien van:

[de vrouw]

geboren op [geboortedag] 1934 te [geboorteplaats]
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 27 november 2020.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. H.A.G. Nijman, rechter, bijgestaan door K.A.M. Boeije als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 16 oktober 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 29 oktober 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.