ECLI:NL:RBDHA:2020:11027

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 oktober 2020
Publicatiedatum
3 november 2020
Zaaknummer
C/09/600523 / FA RK 20-7022
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 16 oktober 2020 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had op 28 september 2020 een verzoekschrift ingediend, waarin werd verzocht om een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in Koeweit in 1990, die op dat moment in een accommodatie verbleef. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek op dezelfde datum gehouden, waarbij de betrokkene en zijn advocaat aanwezig waren. De betrokkene verklaarde dat het goed met hem ging en dat hij stappen had gemaakt in zijn behandeling, maar de artsen gaven aan dat er twijfels waren over de voortzetting van de medicatie op vrijwillige basis.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een bipolaire stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel, waaronder verward gedrag en financiële problemen. De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren en dat verplichte zorg noodzakelijk was om het ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank verleende de zorgmachtiging en bepaalde dat deze geldig is tot en met 28 maart 2021. De beschikking is gegeven door rechter H.A.G. Nijman, bijgestaan door griffier K.A.M. Boeije, en is uitgesproken ter openbare zitting.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/600523 / FA RK 20-7022
Datum beschikking: 16 oktober 2020

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Beschikkingnaar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[de man] ,

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedag] 1990 te [geboorteplaats] (Koeweit),
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats]
advocaat: mr. D.Z. Peters te Rijswijk Zh.

ProcesverloopBij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 28 september 2020, heeft de officier van justitie verzocht om een zorgmachtiging.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een op 18 september 2020 ondertekende medische verklaring van [psychiater] die betrokkene heeft onderzocht maar niet bij zijn behandeling betrokken was;
- een zorgkaart van 24 september 2020;
- een zorgplan van 15 september 2020;
- een beoordeling van de geneesheer-directeur op het zorgplan van 25 september 2020;
- een uittreksel uit de justitiële documentatie (blanco);
- een afschrift van de politiemutaties.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 16 oktober 2020.
Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen gelijktijdig telefonisch gehoord door de rechtbank omdat het houden van een fysieke zitting vanwege de geldende veiligheidsmaatregelen met betrekking tot het coronavirus niet mogelijk was:
- de [arts-assistent] en een verpleegkundige, beiden in aanwezigheid van betrokkene;
- de advocaat.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig werd geacht door de officier van justitie, is de officier van justitie niet telefonisch gehoord.

Standpunten ter zitting

Betrokkene verklaart dat het goed met hem gaat. Hij heeft de afgelopen twee weken echt stappen gemaakt en afspraken met artsen. In overleg met de artsen neemt betrokkene de medicatie in. Nu is het afwachten hoe het werkt en wat het doet. Van de psychiater heeft betrokkene begrepen dat hij in november met ontslag kan als het werkt. Graag ontvangt betrokkene daar een exacte datum voor, dat is handig zodat hij alvast een kamer in Den Haag of Rotterdam kan gaan huren. De volgende stap voor hem is om zijn scriptie af te gaan ronden in Delft (TU Delft). En parttime werken. Nadat hij zijn scriptie heeft afgerond kan betrokkene schuldsanering aanvragen. Dat is zijn toekomstplan.
Betrokkene verklaart tevens dit traject met de artsen wel te willen volgen, ook poliklinisch en op goede wijze wil afronden. Hij zou dit ook op vrijwillige basis willen doen.
De arts geeft aan dat betrokkene met psychotisch toestandsbeeld is opgenomen. Tijdens het eerste deel van zijn opname is hij vrij snel gestabiliseerd, maar werd wel een beperkt inzicht in de bipolaire stoornis geconstateerd. Nu, naarmate de opname langer duurt, groeit er bij betrokkene wel iets van inzicht. De medicatie is inmiddels gestart na overleg. De arts twijfelt echter of de medicatie-inname op vrijwillige basis wordt voortgezet gezien het feit dat behandelaar en betrokkene lijnrecht tegenover elkaar staan als het gaat over de oorzaak/grondslag van de psychoses.
De advocaat geeft aan dat zij snapt dat de betreffende vormen van verplichte zorg zijn gevraagd als stok achter de deur voor de momenten dat het misgaat, maar dat zij dit wel heel voorbarig vindt. De advocaat verzoekt, bij toewijzing, enkel het toedienen van medicatie als verplichte zorgvorm op te leggen.
De advocaat pleit verder voor afwijzing van het verzoek. Betrokkene wil in een vrijwillig kader de behandeling (en de medicatie die hij ontvangt) voortzetten, die kans moet hij krijgen. Voor middelengebruik en een verslaving, zoals gesteld in de medische verklaring, is geen enkele onderbouwing. Voorts geeft de advocaat aan dat het verzoek te laat is behandeld.
De arts geeft desgevraagd aan dat betrokkene het idee heeft dat zijn middelengebruik heeft geleid tot zijn psychoses. De behandelaren denken echter aan een bipolaire stoornis. Betrokkene is aangetroffen in een psychose en dat lijkt hij nu soms te bagatelliseren. Op de afdeling wordt gezien dat hij veel potentie heeft en intelligent is, maar kijkend naar de afgelopen jaren komt zijn potentieel onvoldoende tot uiting. Dat is jammer. Daarom wil de arts hem, middels een machtiging, in de zorg houden en stabiel houden.

Beoordeling

Op 07 september 2020 is door de rechtbank een voortzetting van de crisismaatregel verleend tot en met 28 september 2020.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een bipolaire stoornis. De enkele betwisting van de voorlopige diagnose door de betrokkene acht de rechtbank onvoldoende om op dit punt tot een ander oordeel te komen.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in:
-ernstige financiële schade
- maatschappelijke teloorgang
-de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept
Betrokkene is recent van zijn opleiding aan Nyenrode weggestuurd omdat zijn aanwezigheid door zijn manische gedrag niet langer houdbaar was. Vlak voor zijn huidige opname liep betrokkene verwarde toestand (naakt) over daken en is hij meters naar beneden gesprongen toen de politie hem achtervolgde. Tevens heeft betrokkene vele schulden gemaakt en ontvangt hij geregeld incassobrieven.
Om het ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen zodanig dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene zorg nodig.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal derhalve worden verleend.
De rechtbank zal bij de bepaling van de geldigheidsduur rekening houden met het feit dat de behandeling van voornoemd verzoek heeft plaatsgevonden na de expiratiedatum van de laatst geldende machtiging.

Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van:

[de man] ,

geboren op [geboortedag] 1990 te [geboorteplaats] (Koeweit),
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toedienen van medicatie;
- verrichten medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 28 maart 2021;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. H.A.G. Nijman, rechter, bijgestaan door K.A.M. Boeije als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 16 oktober 2020.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 28 oktober 2020.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.