Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
mr. J.F.A. Bleichrodt, griffier.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 oktober 2020 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Guinee-Bissause nationaliteit, had op 11 maart 2020 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel. Echter, op 11 augustus 2020 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid besloten om deze aanvraag niet in behandeling te nemen, omdat Italië verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de asielaanvraag. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar tijdens de zitting op 30 september 2020 zijn beide partijen niet verschenen.
De rechtbank heeft ambtshalve onderzocht of er sprake was van procesbelang. Uit het verweerschrift van de staatssecretaris bleek dat eiser per 18 september 2020 met onbekende bestemming was vertrokken. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar een eerdere uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin werd gesteld dat als een vreemdeling zonder kennisgeving vertrekt, er in beginsel van moet worden uitgegaan dat hij geen prijs meer stelt op de bescherming die hij aanvankelijk zocht.
In het bericht van de gemachtigde van eiser werd niet weersproken dat eiser met onbekende bestemming was vertrokken en er was geen bewijs dat eiser nog contact had met zijn gemachtigde. Gezien deze omstandigheden concludeerde de rechtbank dat eiser kennelijk geen prijs meer stelde op een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep en dat er geen rechtens te beschermen belang was. Daarom werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard, zonder dat er aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.