Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser, V-nummer [V-nummer]
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
voor het genot waarvan geen rechtmatig verblijf is vereist,te garanderen. De rechtbank ziet geen aanleiding voor het oordeel dat dit anders zou zijn voor de daarna door het HvJ genoemde bepalingen van het Handvest, nu het arrest voornamelijk ziet op de waarborging “dat geen afbreuk wordt gedaan aan het minimale beschermingsniveau van het Verdrag van Genève, zoals artikel 78, lid 1, VWEU en artikel 18 van het Handvest vereisen” (punt 111) en wat dus geregeld is in artikel 14, zesde lid, van de Kwalificatierichtlijn. De rechtbank ziet dan ook evenmin aanleiding voor het oordeel dat artikel 10 van de Vw in strijd zou zijn met het Unierecht en dat de verblijfsvergunning van eiser daarom niet mocht worden ingetrokken.