ECLI:NL:RBDHA:2020:10620
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag IOAW wegens twijfel over woonsituatie en gebruik van verklaringen als aanvullend bewijs
Op 13 oktober 2020 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Rijswijk. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag voor een uitkering op basis van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW). De aanvraag werd afgewezen omdat er twijfels bestonden over de woonsituatie van de eiser. De rechtbank oordeelde dat de verweerder, het college, terecht twijfels had over de juistheid van de door eiser verstrekte informatie over zijn woonadres. Eiser had op zijn aanvraagformulier een adres opgegeven, maar uit onderzoek bleek dat hij mogelijk niet op dat adres woonde. Verweerder had ambtshalve onderzoek gedaan en een huisbezoek afgelegd, wat leidde tot de conclusie dat eiser zijn inlichtingenverplichting had geschonden. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van bewoners die tijdens het huisbezoek waren gesproken, als aanvullend bewijs mochten worden gebruikt. Eiser kon niet aantonen dat hij recht had op de IOAW-uitkering, en zijn beroep werd ongegrond verklaard. De rechtbank concludeerde dat de afwijzing van de aanvraag door verweerder terecht was.