Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 oktober 2020 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
de korpschef van Politie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Voor de functiebeschrijving Docent C geldt o.a. dat specifieke informatie ten aanzien van het opleidingsprofiel en het competentieprofiel is opgenomen in koppelingen LFNP en integraal deel uitmaakt van deze LFNP-functiebeschrijving. Het vereiste opleidingsprofiel is HBO.
Voor wat betreft de bij de Politieacademie gehanteerde eis in verband met NVAO geaccrediteerd onderwijs - dat het personeel minimaal één niveau hoger is opgeleid dan de studenten waaraan zij les geven - is verweerder in casu van oordeel dat daardoor de met het LFNP gekoppelde opleidingsprofielen niet ter zijde worden geschoven. De vacatureteksten repten met geen woord over het belang van een masteropleiding, zodat het afwijzen op basis van het ontbreken van een masteropleiding ook uit dien hoofde daarvan niet past. Daarom kan niet worden gezegd dat de afwijzing het resultaat is van een beoordeling van de capaciteiten van eiser tegen de achtergrond van de functie-eisen.
Bij het bestreden besluit heeft verweerder de afwijzingsbesluiten vernietigd en bepaald dat in overleg met eiser moet worden bezien of zijn sollicitatie alsnog in behandeling kan worden genomen. In dat geval zal daarbij het vigerend Beleid Werving en Selectie Nationale Politie d.d. 14 oktober 2016 onverkort dienen te worden toegepast.
“Als politieacademie mogen we het hebben van een HBO-masterdiploma NIET stellen als harde selectie-eis voor de functie van docent C, omdat we ons moeten houden aan de regels van het LFNP.
Volgens vaste jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) is sprake van (voldoende) procesbelang als het resultaat dat de indiener van het beroepschrift nastreeft, ook daadwerkelijk kan worden bereikt en het realiseren van dat resultaat voor de indiener feitelijk betekenis kan hebben (o.a. CRvB 23 september 2016, ECLI:NL:CRVB:2016:3606).
Niet in geschil is dat na de herhaalde openstelling van de vacature in 2020 eiser heeft besloten niet te solliciteren. Eiser meende immers geen kans te maken toen verweerder hem had voorgehouden dat zou worden vastgehouden aan de professionaliteitseisen in het kader van de NVAO-accreditering. Ook is niet in geschil dat de vacature na de herhaalde openstelling is gewijzigd naar de functie docent studiebegeleiding. Aldus staat vast dat eiser met zijn beroep niet kan bereiken wat hij nastreeft. Zijn verzoek om een voorkeurspositie had hij kunnen inbrengen na de herhaalde openstelling, maar hij heeft dit niet gedaan.
Wegens het ontbreken van voldoende procesbelang wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard.