ECLI:NL:RBDHA:2020:10447
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herhaalde asielaanvraag op grond van ongeloofwaardige homoseksuele geaardheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 oktober 2020 uitspraak gedaan in een beroep tegen de niet-ontvankelijkverklaring van een asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres, een Ugandese vrouw, had eerder een aanvraag om een verblijfsvergunning asiel ingediend, die was afgewezen omdat haar homoseksuele geaardheid niet geloofwaardig werd geacht. In de nieuwe aanvraag voerde eiseres aan dat de situatie voor LHBTI'ers in Uganda was verslechterd en dat dit nieuwe elementen vormde die haar aanvraag moesten ondersteunen. De rechtbank oordeelde echter dat de door eiseres aangevoerde elementen niet nieuw waren en dat verweerder terecht had geconcludeerd dat de aanvraag niet-ontvankelijk was. De rechtbank benadrukte dat de homoseksuele geaardheid van eiseres in de eerdere procedure al ongeloofwaardig was geacht en dat de nieuwe documenten en verklaringen niet relevant waren voor de beoordeling van haar aanvraag. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees erop dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. M. van Nooijen, in aanwezigheid van griffier mr. G.A. Verhoeven.