ECLI:NL:RBDHA:2020:10403

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 oktober 2020
Publicatiedatum
19 oktober 2020
Zaaknummer
09/842130-20
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in zaak van poging woningoverval met geweld

Op 15 oktober 2020 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van poging tot woningoverval. De zaak werd behandeld in een meervoudige kamer en vond plaats na meerdere zittingen, waaronder pro forma zittingen op 9 juli en 18 augustus 2020, en een inhoudelijke behandeling op 1 oktober 2020. De officier van justitie, mr. M.L. Groeneveld, had gerekwireerd tot veroordeling van de verdachte, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. S.C. van Bunnik, pleitte voor vrijspraak.

De tenlastelegging omvatte verschillende handelingen die de verdachte zou hebben verricht in de aanloop naar de woningoverval, waaronder het uitvoeren van een voorverkenning en het gebruik van geweld tegen de benadeelde. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat het dossier onvoldoende bewijs bevatte om de verdachte schuldig te verklaren aan de hem ten laste gelegde feiten. Zowel de officier van justitie als de verdediging waren van mening dat er niet genoeg bewijs was om tot een veroordeling te komen.

Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte integraal vrijgesproken van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde feit. De uitspraak werd gedaan door de rechters A.M. Boogers (voorzitter), H.A.G. Nijman en L. Kelkensberg, in aanwezigheid van griffier mr. L.M. Otter. Deze uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rol van de rechtbank in het waarborgen van een eerlijk proces.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 09/842130-20
Datum uitspraak: 15 oktober 2020
Tegenspraak
(Promisvonnis)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1988 te [geboorteplaats] ,
[adres] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden ter terechtzittingen van 9 juli 2020 (pro forma), 18 augustus 2020 (pro forma) en 1 oktober 2020 (inhoudelijke behandeling).
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. M.L. Groeneveld en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsvrouw mr. S.C. van Bunnik naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting - ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 25 april 2019 te 's-Gravenhage ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen geld en/of goederen van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [benadeelde 1] , te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of (een) aan andere deelnemer(s) van dat misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen
- met één of meer andere perso(o)n(en) een voorverkenning met betrekking tot de woning van [benadeelde 1] heeft uitgevoerd en/of
- met vijf of zes personen, althans met één of meer personen, met maskers op zich naar de woning van [benadeelde 1] heeft/hebben begeven en/of
- heeft/hebben aangeklopt bij de woning van [benadeelde 1] en/of
- [benadeelde 1] (diens woning) heeft/hebben (in)geduwd en/of zich toegang heeft/hebben verschaft tot de woning van [benadeelde 1] en/of
- waarbij in en/of nabij die woning door verdachte en/of één of meer van zijn mededader(s) twee, althans één vuurwapen(s) (te weten een pistool en/of een automatisch wapen) is gericht op [benadeelde 1] en/of
- [benadeelde 1] één of meerdere ma(a)l(en) op en/of tegen diens hoofd en/of lichaam heeft geslagen en/of gestompt
- tegen [benadeelde 1] heeft/hebben gezegd ‘wat heb je hier’ en/of ‘wat heb je’ en/of woorden van gelijke aard of strekking,
subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of één of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks 25 april 2019 te 's-Gravenhage ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening weg te nemen geld en/of goederen van zijn/hun gading, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of die onbekend gebleven perso(o)n(en), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [benadeelde 1] , te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of (een) aan andere deelnemer(s) van dat misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen
- met één of meer andere perso(o)n(en) een voorverkenning met betrekking tot de woning van [benadeelde 1] heeft uitgevoerd en/of
- met vijf of zes personen, althans met één of meer personen, met maskers op zich naar de woning van die [benadeelde 1] heeft/hebben begeven en/of
- heeft/hebben aangeklopt bij de woning van die [benadeelde 1] en/of
- [benadeelde 1] (diens woning) heeft/hebben (in)geduwd en/of zich toegang heeft/hebben verschaft tot de woning van die [benadeelde 1] en/of
- waarbij in en/of nabij die woning door verdachte en/of één of meer van zijn mededader(s) twee, althans één vuurwapen(s) (te weten een pistool en/of een automatisch wapen) is gericht op [benadeelde 1] en/of
- die [benadeelde 1] één of meerdere ma(a)l(en) op en/of tegen diens hoofd en/of lichaam heeft geslagen en/of gestompt
- tegen die [benadeelde 1] heeft/hebben gezegd ‘wat heb je hier’ en/of ‘wat heb je’ en/of woorden van gelijke aard of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de nacht van 24 op 25 april 2019 te 's-Gravenhage en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk
behulpzaam is geweest door een voorverkenning met betrekking tot de woning van [benadeelde 1] uit te voeren.

3.Vrijspraak

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van het primair en subsidiair ten laste gelegde.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich – op gronden zoals verwoord in haar pleitnota – op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard en dat de verdachte daarvan moet worden vrijgesproken.
3.4
De beoordeling van de tenlastelegging
De rechtbank is, net als de officier van justitie en de raadsvrouw, van oordeel dat het dossier onvoldoende bewijs bevat om te komen tot de conclusie dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair of subsidiair ten laste gelegde. De rechtbank zal de verdachte dan ook integraal vrijspreken.

4.De beslissing

De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair en subsidiair ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.M. Boogers, voorzitter,
mr. H.A.G. Nijman, rechter,
mr. L. Kelkensberg, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. L.M. Otter, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 15 oktober 2020.