ECLI:NL:RBDHA:2020:10143
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek in octrooizaak met betrekking tot VRO-regime
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 31 augustus 2020 een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door Wyeth LLC tegen de rechters M.E. Kokke, C.T. Aalbers en C. Schüller. Het wrakingsverzoek was gebaseerd op de stelling dat de rechters vooringenomen waren, omdat zij eerder verzoeken van Wyeth om de zaak uit het VRO-regime te verwijderen, de pleittijd te verlengen en stukken van MSD te weigeren, hadden afgewezen. De wrakingskamer oordeelde dat deze beslissingen procedureel van aard waren en dat een rechterlijke beslissing op zich geen grond kan vormen voor wraking. De wrakingskamer benadrukte dat de rechterlijke onpartijdigheid wordt vermoed en dat er bijzondere omstandigheden moeten zijn om aan te nemen dat deze onpartijdigheid in het geding is. De rechtbank concludeerde dat de motivering van de beslissingen van de rechters niet onbegrijpelijk was en dat er geen aanwijzingen waren voor vooringenomenheid. Het feit dat in eerdere zaken anders was beslist, was niet voldoende om te concluderen dat de rechters in deze zaak partijdig waren. De wrakingskamer wees het verzoek tot wraking af en bepaalde dat de procedure in de hoofdzaak voortgezet zou worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.