Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
2.De gang van zaken na het tussenvonnis
3.De nadere beoordeling
proportionele aansprakelijkheid / het aansprakelijkheidspercentage
Aan de linkerzijde van de weg zat een groep ICDC-leden, het waren er meer dan twee […] Vervolgens werd er vanuit de richting tegenover onze voertuigen, daar waar een aantal ICDC-leden zich bevond, automatisch geschoten. Er vond een aantal vuurschoten plaats. Ik weet zeker dat dit automatisch vuur was maar ik weet niet hoeveel patronen er verschoten zijn […] Toen het voertuig ongeveer tussen de vijftig en honderd meter van mij verwijderd was, hoorde ik dat er opnieuw gevuurd werd. Ik weet echter niet wie er gevuurd heeft en van welke zijde dit was. Ik hoorde wel dat er enkelschots geschoten werd, maar automatisch kan ook zijn afgegeven. Er werd met meer dan een wapen geschoten. Ik weet echter niet hoeveel schoten. Op het laatst hoorde ik nog een wapen vuren en dat vuurde enkelschots.”
Ik hoorde vanaf de overkant van de weg schoten komen en tevens zag ik meerdere vuurmonden vanuit diezelfde richting […] Het schieten is begonnen aan de linkerkant van de weg en heeft zich links van de weg doorverplaatst.”
compensation for the non-pecuniary damage flowing from the breach should, in principle, be available as part of the range of redress”. In een horizontale verhouding geldt dat vereiste niet. Indien in bedoelde verticale verhouding op grond van de nationaalrechtelijke bepalingen geen mogelijkheid bestaat om immateriële schadevergoeding te vorderen, schendt de betreffende staat het in artikel 13 EVRM vervatte recht van de nabestaande op een adequate remedie in geval van schending van het recht op leven door de overheid. Een belangrijke gedachte daarachter is, dat indien dergelijke vorderingen niet mogelijk zijn, het gevaar bestaat dat (op louter financiële gronden) wordt afgezien van het voeren van procedures waarin schendingen van fundamentele rechten door overheden aan het licht kunnen worden gebracht. Voorkomen dient te worden dat aldus de praktische effectiviteit van de mensenrechtenbescherming van het EVRM aanmerkelijk zou worden verminderd.
distress and anguish” ten gevolge van het overlijden van hun zoon in november 1994. Dergelijk schade had wel gevorderd kunnen worden indien dit overlijden zou hebben plaatsgehad na de inwerkingtreding van nieuwe wetgeving eind 2000, welke wetgeving kennelijk geen terugwerkende kracht kende. Het EHRM kende [partijen in de zaak X] ten slotte bij wijze van “
just satisfaction” als bedoeld in artikel 41 EVRM 20.000 Engelse Pond toe bij wijze van “
non-pecuniary damage”. Vergelijkbare schendingen en oordelen zijn te vinden in onder meer de EHRM-arresten van 3 april 2001 (Keenan / VK) [3] en 17 maart 2005 (Bubbins / VK) [4] .
effective remedy” immateriële schade te vorderen die het gevolg is van de dood van zijn zoon.
distress and anguish” (Van Dale: leed/verdriet en leed/pijn). Daarbij komt nog dat, indien het standpunt van de Staat gevolgd zou worden, [eiser] helemaal tot aan het EHRM zou moeten doorprocederen teneinde eerst daar een “
effective remedy” te verkrijgen in de vorm van “
just satisfaction” als bedoeld in artikel 41 EVRM. Dit zou haaks staan op de vereiste, onder 3.19 beschreven praktische effectiviteit van de mensenrechtenbescherming. Overigens wordt onder het nieuwe art. 6:108, derde lid, BW (dan ook) niet de eis gesteld dat geestelijk letsel moet zijn aangetoond, wil van vergoeding van affectieschade sprake kunnen zijn.
just satisfaction” toegekend voor vergelijkbare emotionele gevolgen, zonder dat de eis werd gesteld van (aantoonbaar) geestelijk letsel.
which had been gradually developed in its case-law” (par. 73). Uit de daarop volgende zin “
Situations where the applicant has suffered evident trauma, whether physical or psychological, pain and suffering, distress, anxiety, frustration, feelings of injustice or humiliation, prolonged uncertainty, disruption to life, or real loss of opportunity can be distinguished from those situations where the public vindication of the wrong suffered by the applicant, in a judgment binding on the Contracting State, is an appropriate form of redress in itself” kan naar het oordeel van de rechtbank dan ook niet worden opgemaakt dat een (aantoonbaar) “
evident trauma” een vereiste voor het verkrijgen van “
just satisfaction” is en dat bijvoorbeeld “
distress and anguish” niet zouden volstaan. “
Evident trauma” is, evenals “
distress and anguish” één van de gevolgen waarvoor vergoeding wordt toegekend indien “
the impact of the violation may be regarded as being of a nature and degree as to have impinged so significantly on the moral well-being of the applicant”.
just satisfaction” aan het echtpaar [partijen in de zaak X] heeft toegekend.
a violation of the procedural head of Article 2”).