In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 29 augustus 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen Evides N.V. en Aannemingsbedrijf Verboon Maasland B.V. over schade aan een waterleiding die is ontstaan tijdens graafwerkzaamheden. Evides, een drinkwaterbedrijf, stelde Verboon aansprakelijk voor de schade die op 15 juli 2014 was ontstaan toen tijdens rioleringswerkzaamheden een lekkage aan de waterleiding werd geconstateerd. De werkzaamheden werden uitgevoerd in opdracht van de gemeente Rotterdam, waarbij voorafgaand aan de graafwerkzaamheden een KLIC-melding was gedaan. Evides vorderde een schadevergoeding van € 5.888,91, bestaande uit herstelkosten, wettelijke rente en kosten van vaststelling van aansprakelijkheid.
De kantonrechter oordeelde dat Verboon in haar zorgplicht had tekortgeschoten door onvoldoende voorzorgsmaatregelen te nemen, ondanks dat de locatie niet als een kritische situatie was aangemerkt. De rechter benadrukte dat de zorgplicht van een grondroerder niet afhankelijk is van de beoordeling van de situatie als kritisch of risicovol. De kantonrechter concludeerde dat Verboon onrechtmatig had gehandeld en aansprakelijk was voor de schade die Evides had geleden. De gevorderde schadevergoeding werd toegewezen, inclusief wettelijke rente over het schadebedrag en de kosten van vaststelling van aansprakelijkheid. Verboon werd veroordeeld in de proceskosten.