4.18.Buro Nomden heeft vervolgens gewezen op de volgende e-mailcorrespondentie tussen haar werknemer [C] (de opvolger van [B] als contactpersoon van [X jr.] bij Bureau Nomden), en [X jr.] naar aanleiding van de aankoop van een pand door een (andere) zoon van [eiser] :
a. a) het e-mailbericht van 6 oktober 2016, waarin [C] onder meer het volgende heeft geschreven:
“Ik word net (waarschijnlijk n.a.v. het ontvangen aanvraagformulier) gebeld door de acceptant van ASR. Hij wil de inspectie-opdracht gaan verstrekken en vroeg zich af of je broer ook een kosteloze waardebepaling op prijs stelt. Ik heb gezegd dat jij en je vader dit normaliter niet wensen, maar mogelijk denkt jouw broer er anders over. Daarom voor alle zekerheid nog even de afstemming of dit wel of niet gewenst is.”
b) de reactie hierop van [X jr.] dezelfde dag bij e-mailbericht aan [C] :
“Wat is de consequentie als hij dat doet moet het dan verzekerd worden volgens die waarde?”
c) het antwoord van [C] bij e-mailbericht van dezelfde dag:
“Het is gebruikelijk om de waarde die vastgesteld wordt door een deskundige (vaak ingenieurs van een onafhankelijk taxatiebureau) over te nemen. Ik heb ASR even gebeld en zij maken het eigenlijk nooit mee dat klanten het niet overnemen.
Voordeel van een waardebepaling is dat er bij schade nooit discussie kan ontstaan bij schade (klein of groot). Er wordt namelijk bij een geïndexeerde gebouwenverzekering een onderverzekeringsgarantie afgegeven voor 6 jaar.
Mijn advies is om er wel gebruik van te maken. Mocht de uitkomst dusdanig afwijken van deE 2.4 mio. dat je broer het echt te gek vindt, dan kan hij uiteraard altijd nog afwijken door toch zelf de verzekerde som te bepalen. Alleen kan er dan uiteraard wel bij schade discussie ontstaan of het bedrag correct is. En in het dossier heeft men dan natuurlijk wel de waardebepaling zitten. Stel dat die uitkomt op E 3,0 mio. en ASR stelt op het moment van schade dat dat juist is (….), dan is het uitgangspunt dat van iedere schade 2,4/3.0 (=80%) betaald wordt (toepassing onderverzekeringsregel). Dus heb je E 500.000 schade dan wordt er E 400.000 uitgekeerd. Het is dus niet alleen als het hele complex af zou branden, ook bij “kleinere” schades.”
d) de reactie van [X jr.] bij e-mailbericht van 7 oktober 2016:
“Ze hoeven die waarde bepaling niet te doen bij al mijn panden is er ook nooit naar gevraagd mochten ze er problemen hebben horen we ze wel.”
e) de reactie hierop van [C] bij e-mailbericht van 7 oktober 2016:
“Wat mij betreft kan dit desgewenst per pand worden bepaald. Ook voor je/jullie bestaande panden. Zou je dit voor een aantal panden interessant vinden, dan kunnen wij dat uiteraard bij de betreffende verzekeraars in gang zetten. Zonder uitdrukkelijke opdracht van jou of je vader zullen wij dit uiteraard niet uit onszelf doen, aangezien je mij hebt verteld hierin terughoudend te zijn.
Voor het nieuwe pand van je broer ( […] ) wil ik graag nog even duidelijkheid of hij wel of geen waardebepaling wil laten uitvoeren.”
f) waarop volgt de reactie van [X jr.] bij e-mailbericht van 9 oktober 2017:
“Wij willen geen waarde bepaling voor de panden en me broer ook niet!”
g) en ten slotte de reactie van [C] bij e-mailbericht van 10 oktober 2016:
“Prima. Belangrijkste is dat het een bewuste keuze is. Ik heb deze keuze (geen waardebepaling) doorgegeven aan ASR.”