ECLI:NL:RBDHA:2019:9680
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Ontslag van een politieambtenaar wegens plichtsverzuim door het voorhanden hebben van harddrugs tijdens een festival
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 september 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een politieambtenaar, eiser, en de korpschef van politie, verweerder. Eiser was sinds 2011 werkzaam als taakaccenthouder drugs en werd op 21 augustus 2017 met onmiddellijke ingang ontslagen wegens plichtsverzuim. Dit ontslag volgde op een incident tijdens een dancefestival in Arnhem, waar eiser werd aangehouden op verdenking van het voorhanden hebben en verhandelen van harddrugs. Tijdens de aanhouding bleek eiser in het bezit te zijn van 9 XTC-pillen en 0,96 gram cocaïne. Verweerder verklaarde het bezwaar van eiser tegen het ontslag ongegrond, waarna eiser beroep instelde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser zich schuldig heeft gemaakt aan plichtsverzuim door het voorhanden hebben van harddrugs, wat in strijd is met de integriteitseisen die aan politieambtenaren worden gesteld. Eiser voerde aan dat de drugs niet van hem waren en dat hij slechts een kleine hoeveelheid voor eigen gebruik had. De rechtbank oordeelde echter dat, ongeacht de omstandigheden, eiser als taakaccenthouder drugs had moeten weten dat het bezit van harddrugs strafbaar is en dat hij de drugs had moeten afgeven aan een beveiliger. De rechtbank concludeerde dat de opgelegde disciplinaire straf van ontslag niet onevenredig was en verklaarde het beroep van eiser ongegrond.
De uitspraak benadrukt de strenge eisen van integriteit en verantwoordelijkheid die aan politieambtenaren worden gesteld, en bevestigt dat het voorhanden hebben van harddrugs in deze functie een ernstige schending van de plicht tot integriteit vormt. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de beslissing openbaar uitgesproken.