Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 26 november 2018, met producties 1 tot en met 14;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 5;
- het tussenvonnis van 6 maart 2019, waarin een comparitie van partijen is gelast;
- het proces-verbaal van comparitie van 27 juni 2019, met de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
In plaats van te verwachten investeringen ziet ING dat de uit obligaties ontvangen gelden worden doorgeboekt naar andere rekeningen, waaronder de Knab-rekening van [B.V. II]”, zo heeft Knab vermeld in de aangifte die zij op 5 december 2016 heeft gedaan jegens [A].
Verder meldt ING dat [B.V. II] volgens hun informatie een bedrijf is dat failliet is verklaard.”
Na beëindiging van het faillissement bleek nog sprake te zijn van activa, zodat de vennootschap niet werd geacht te zijn opgehouden te bestaan. Op verzoek van een schuldeisers is wederom het faillissement van [B.V. II] uitgesproken.