Uitspraak
Rechtbank den haag
1.STICHTING VOOR PERSOONLIJK ONDERWIJS,
STICHTING VOOR PERSOONLIJK ONDERWIJS KAPELLE,
Isaac Beeckman Academiete Kapelle in stand
houdt,
STICHTING VOOR PERSOONLIJK ONDERWIJS HURDEGARYP,
Tjalling Koopmans Collegete Hurdegaryp in
stand houdt,
STICHTING VOOR PERSOONLIJK ONDERWIJS GELDERMALSEN,
Ida Gerhardt Academiete Geldermalsen in stand
1.De procedure
2.De feiten
procedure nog onderwerpen toegevoegd."
Het definitieve rapport waarin we het onderdeel Duits en een passage over het instemmen van de MR(voorzieningenrechter: medezeggenschapsraad)
met het schoolplan niet hebben opgenomen vanwege het vonnis van de voorzieningenrechter. Indien u een bestuursreactie en/of zienswijze in het rapport opgenomen wilt hebben, kunt u deze uiterlijk vier weken na verzending van deze brief aan ons doen toekomen. Na deze vier weken zullen we de rapporten publiceren op onze website."
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
in redelijkheidniet tot de vaststelling van de 2e rapporten in de huidige vorm en/of tot de door de Stichtingen bestreden oordelen heeft kunnen komen.
evidentfeitelijk onjuist zijn of zodanig onzorgvuldig zijn dat de Inspectie deze
in redelijkheidniet op deze wijze heeft kunnen vaststellen.
nieuwe, hardereoordelen en heeft het onderhavige kort geding enkel betrekking op die oordelen, waarover de voorzieningenrechter in het eerdere kort geding dus nog niet heeft geoordeeld.
een bestuursverslag als bedoeld in artikel 391 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek waarin de door het bevoegd gezag gehanteerde code voor goed bestuur wordt vermeld alsmede ten minste verantwoording wordt afgelegd over de afwijkingen van die code voor goed bestuur,
afstemming met en verantwoording aan de ouders en andere belanghebbenden binnen enbuiten de school."
voorzieningenom belangenverstrengeling tegen gaan moet bevatten. Gelet hierop kan de opvatting van de Inspectie dat de wettelijke regeling verder strekt dan een enkele meldingsplicht in ieder geval niet als evident onjuist worden aangemerkt. Te minder nu een enkele melding - zonder de verdere 'routing' ervan aan te geven - niet behoeft mee te brengen dat belangenverstrengeling ook daadwerkelijk wordt tegengegaan/voorkomen, wat vanzelfsprekend wel de strekking is van de regeling in de WVO. Dat klemt te meer nu in de code van goed bestuur niet uitdrukkelijk is opgenomen dat belangenverstrengeling moet worden uitgesloten. Voor wat betreft dit laatste kunnen de Stichtingen zich niet verschuilen achter de algemene bepalingen zoals geformuleerd in de artikelen 2:8 en 2:9 van het Burgerlijk Wetboek. Met het oog op de informatievoorziening jegens belanghebbenden, zoals de ouders, zouden die bepalingen veeleer reden moeten zijn om het te volgen beleid uitdrukkelijk op te nemen in de code voor goed bestuur.
professionaliseringsbeleidte beschrijven. Anders dan de Stichtingen stellen behoeft dat echter niet mee te brengen dat die eis onder het oude recht niet gold. Artikel 24 WVO (oud) bepaalde immers dat het schoolplan een beschrijving van het personeelsbeleid en het beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs moet bevatten, alsmede dat bij de beschrijving van het personeelsbeleid in elk geval tot uitdrukking moet worden gebracht welke maatregelen zijn genomen met betrekking tot het personeel die bijdragen aan de ontwikkeling en de uitvoering van het onderwijskundig beleid. Gelet hierop en in samenhang met het bepaalde in artikel 37a WVO is de uitleg van de Inspectie van artikel 24 WVO (oud), in die zin dat het professionaliseringsbeleid in het schoolplan moet worden opgenomen, alleszins verdedigbaar, ook al is dat niet (min of meer) expliciet opgenomen in de wettekst. De hiervoor - onder 4.14 - geciteerde tekst in de 2e rapporten kan dan ook niet als evident onjuist worden aangemerkt. De enkele beschrijving van de werving van nieuw personeel in de schoolplannen moet in ieder geval als onvoldoende worden aangemerkt, ook onder het oude recht.
ontbreekt de wijze van toetsing en afsluiting van het vak CKV. (art. 13 en 14 WVO)"