Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[verweerder A] ,wonende te [woonplaats 1] ,
[verweerder B],
[verweerster C],
[verweerder D],
5.RABOHYPOTHEEKBANK N.V.,
6.COÖPERATIEVE RABOBANK KAAG EN BRAASSEM U.A.,
7.[belanghebbende 7] ,
8.TOPSHOP WONEN B.V.,
9.MOTORHUIS B.V.,
1.Het verloop van de procedure
II c. de brief van 4 februari van de gemeente aan Green Real Estate B.V. van 4 februari 2014;
2. De beoordeling van de verzochte beperking van de kennisneming
kanschaden omdat haar toekomstige onderhandelingspositie onder druk komt te staan indien derden inzicht wordt geboden in de financiële voorwaarden waaronder de gemeente en andere grondeigenaren zich bereid hebben getoond om het project te realiseren. De gemeente heeft echter geen concrete feiten en omstandigheden gesteld waaruit volgt dat dit
mogelijkebelang in het onderhavige geval opweegt tegen het belang van [A c.s.] bij een op meer dan enkel op aannames en inschattingen gefundeerd voorlopig oordeel over de schadeloosstelling in onderhavige onteigeningsprocedure waarvoor de deskundigen over die informatie dienen te beschikken en tegen het belang van de waarheidsvinding. Bij dit oordeel laat de rechtbank meewegen (i) dat [A c.s.] hebben aangeboden de van de gemeente te verkrijgen informatie vertrouwelijk te behandelen en (ii) dat de contractuele geheimhoudingsclausules waarop de gemeente zich beroept een uitzondering maken voor een op de wet gebaseerde verplichting tot openbaarmaking en de ruimte bieden om de wederpartij te verzoeken van de geheimhoudingsverplichting te worden ontslagen. Dat de gemeente op dit punt actie heeft ondernomen, is gesteld noch gebleken.
2.7. Zoals reeds overwogen in de griffiersbrief van 25 oktober 2018, zullen de door de gemeente aan de rechtbank toegezonden stukken aan de gemeente worden geretourneerd. De deskundigen nemen geen kennis van de stukken. De gevolgen van het niet kunnen betrekken van de informatie uit deze stukken bij hun voorlopig oordeel over de schadeloosstelling komen voor rekening en risico van de gemeente.