Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] ,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
- een kopie van zijn paspoort;
- een kopie van zijn Italiaanse verblijfsdocument.
- een uittreksel uit de Kamer van Koophandel van 19 juli 2018;
- een ondernemingsplan (ongedateerd);
- een overeenkomst in onderaanneming met [naam bedrijf] ;
- een kopie van een bankafschrift betaalrekening [naam bank] t.n.v. [naam bedrijf] ;
- facturen van week 29 en 30 van [naam bedrijf] .
b. uit de werkzaamheden duurzaam en zelfstandig voldoende middelen van bestaan verwerft en;
c. voldoet aan de bevoegdheidsvereisten voor de uitoefening van die arbeid en aan de vereisten voor het uitoefenen van het desbetreffende bedrijf.
Beoordeling door de rechtbank
“(..)
Onderdeel F (artikel 3.30)
(…)
De lidstaten mogen echter ingevolge artikel 15, tweede lid, onder a, tweede zin, van de Richtlijn beoordelen of de middelen vast, regelmatig en voldoende zijn, afgaande op de aard en de regelmatigheid van de inkomsten: in casu arbeid als zelfstandige. (…) Artikel 15, vierde lid, onder ii, van de richtlijn bepaalt voorts dat de aanvraag vergezeld gaat van overeenkomstig de nationale wetgeving vereiste bewijsstukken waaruit blijkt dat de betrokkene voldoet aan de desbetreffende voorwaarden, in het bijzonder wanneer het gaat om de uitoefening van een economische activiteit als zelfstandige: het bewijs dat hij beschikt over de volgens het nationale recht noodzakelijke middelen om een dergelijke economische activiteit uit te oefenen. Als zodanig worden aangemerkt de volgens het artikel 3.30, eerste lid, onder b, omschreven middelen.
Conclusie
Ten aanzien van het verzoek om een voorlopige voorziening
Ten aanzien van het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening