3.4De beoordeling van de tenlastelegging
[slachtoffer] heeft verklaard dat zij op zaterdag 24 februari 2018 vanuit de woning van haar moeder op haar scooter is vertrokken naar een feest bij haar op het werk. Op enig moment, omstreeks 21.40 uur, werd [slachtoffer] op [adres 4] in Capelle aan den IJssel aangesproken door een voor haar onbekende man.
Omdat niet ter discussie staat dat deze onbekende man de verdachte betreft - de rechtbank verwijst daarbij onder andere naar de eigen verklaring van de verdachte -zal de rechtbank in het vervolg “de onbekende man”, dan wel “de man” waarover [slachtoffer] heeft verklaard, aanduiden als “de verdachte”.
De verdachte zei dat hij naar [bedrijf] te Nieuwerkerk aan den IJssel moest voor een reünie en vroeg [slachtoffer] of zij hem daar met de scooter naartoe wilde brengen, omdat het zo koud was. [slachtoffer] zag daar geen kwaad in, ook omdat hij een nette indruk maakte, en wilde de verdachte helpen. De verdachte stapte bij haar achterop de scooter en vervolgens reed zij naar [bedrijf] . Onderweg vroeg de verdachte nog hoe oud [slachtoffer] was. [slachtoffer] antwoordde dat zij zestien jaar oud was.
Bij [bedrijf] aangekomen bleek dat er niemand aanwezig was. De verdachte vroeg [slachtoffer] om hem weer af te zetten op de plek waar zij vandaan kwamen en stapte weer bij [slachtoffer] achterop. Toen zij op [adres 2] reden, voelde [slachtoffer] een hand van de verdachte op haar linkerschouder. Zij zag en voelde dat de verdachte een steakmes met een zwart handvat bij haar keel hield.De verdachte zei: “Ik snij je keel door als je nu niet stopt”.[slachtoffer] hoorde de verdachte op meerdere momenten meerdere en verschillende bedreigingen uiten terwijl hij het mes tegen haar keel gedrukt hield. Zij hoorde de verdachte zeggen: “Als jij je moeder ooit nog levend wil zien, laat je mij jou neuken” en “Als je hier niet dood wil bloeden doe je wat ik zeg”.
[slachtoffer] stopte haar scooter midden op de weg. De verdachte vroeg [slachtoffer] om haar portemonnee omdat hij geld wilde vanwege zijn drugsprobleem. [slachtoffer] zei dat zij geen portemonnee had. [slachtoffer] moest van de verdachte verder de bosjes inlopen. Vervolgens voelde zij een hand bij haar keel. Zij hoorde de verdachte zeggen: “Hou je mond, over tien seconden is het over en anders vinden je ouders je morgen hier”. Zij voelde dat de verdachte twee keer kort in haar keel kneep. De verdachte ging daarna met zijn rechterhand over haar lichaam heen en pakte toen onder haar kleding haar blote borst.
Daarna ging de verdachte voor [slachtoffer] staan. [slachtoffer] zag dat de verdachte zijn broek los deed, zijn onderbroek omlaag deed en zijn stijve penis eruit haalde. De verdachte zei: “Je moet me nu even lekker gaan pijpen”. Hij pakte met beide handen het achterhoofd van [slachtoffer] en duwde haar naar beneden. Hij zei: “Je kan dit doen of anders lig je hier met een doorgesneden keel en vinden je ouders je hier langs de kant van de weg”. [slachtoffer] nam daarna de penis van de verdachte in haar mond. In eerste instantie bewoog zij zelf met haar hoofd op en neer. De verdachte duwde [slachtoffer] vervolgens op haar hoofd. Hij zei dat zij het niet diep genoeg deed en duwde heel hard, waardoor [slachtoffer] moest kokhalzen. De verdachte zei dat het ergste wat er kon gebeuren, was dat zij moest kotsen. Daarna moest [slachtoffer] de verdachte tongzoenen. Hij duwde zijn tong in haar mond en ging rondjes draaien met zijn tong.
Daarna moest haar broek naar beneden, moest [slachtoffer] zich van de verdachte omdraaien en voorover bukken. [slachtoffer] deed dat eerst niet en toen voelde zij het mes weer. De verdachte zei: “Hij is scherp he?”.
[slachtoffer] bukte voorover en de verdachte probeerde met zijn penis in haar vagina te gaan, maar dit lukte niet omdat zijn penis te slap was. [slachtoffer] voelde dat de penis van de verdachte tegen haar vagina en anus aankwam. Zij voelde dat de verdachte met een vinger bij haar clitoris ging en draaiende bewegingen maakte. Eerst voelde zij één vinger en even later twee vingers in haar vagina. De verdachte probeerde daarna weer zijn penis in haar vagina te doen maar weer lukte dat niet. De verdachte raakte gefrustreerd en zei tegen [slachtoffer] dat zij zich om moest draaien en hem moest pijpen.
De verdachte hield vervolgens iets tegen de neus van [slachtoffer] en zei dat [slachtoffer] moest snuiven. De verdachte deed haar mond en rechterneusgat dicht zodat zij harder kon snuiven.
[slachtoffer] zag dat de verdachte ook iets snoof. Zij zag dat de verdachte wit poeder uit een zakje haalde en dit opsnoof.
De verdachte zei dat [slachtoffer] op haar knieën moest gaan zitten, haar jasje moest uitdoen en haar bloes moest openen. Toen ze dat niet snel genoeg deed maakte de verdachte haar bloes open. Hij raakte haar blote linkerborst aan en zei tegen [slachtoffer] dat zij hem weer moest pijpen.
[slachtoffer] deed een klein stukje van zijn penis in haar mond. De verdachte zei dat het dieper moest, hield zijn hand bij haar achterhoofd en bewoog haar hoofd heen en weer. [slachtoffer] moest weer kokhalzen.
De verdachte nam weer een lijntje vanaf een schaar en daarna moest [slachtoffer] ook een lijntje nemen. In totaal heeft [slachtoffer] vijf keer moeten snuiven.
[slachtoffer] stond voor de verdachte en de verdachte maakte de broekriem van [slachtoffer] los. Hij ging met zijn hand in haar broek en ging in haar string rondjes draaien met zijn vingers bij haar clitoris. [slachtoffer] moest zich omdraaien van de verdachte en de verdachte probeerde wederom zijn penis in haar vagina te doen. [slachtoffer] zat op dat moment op haar handen en haar knieën en de verdachte was achter haar. Het lukte de verdachte niet om zijn penis in de vagina van [slachtoffer] te doen. Toen voelde [slachtoffer] wederom de vingers van de verdachte in haar vagina. Zij voelde dat de verdachte zijn hand bij haar vagina weghaalde en hoorde dat de verdachte ergens mee bezig was. Zij hoorde dat er een klepje van een flesje openging. Vervolgens voelde zij iets kouds bij haar vagina. Zij voelde de hele handpalm van de verdachte bij haar vagina. Zij voelde dat de verdachte met zijn vinger rondjes draaide en in haar vagina ging. Toen probeerde de verdachte weer met zijn penis in haar vagina te gaan. [slachtoffer] dacht dat het was gelukt want zij voelde dat de verdachte ging stoten. Opeens stopte het stoten. De penis van de verdachte was nog steeds niet stijf en daardoor raakte de verdachte gefrustreerd. Hij ging harder en agressiever praten tegen [slachtoffer] . [slachtoffer] moest verder het bos inlopen. De verdachte en [slachtoffer] rookten een sigaret en de verdachte begon over zijn dochter en zijn drugsprobleem te vertellen. Daarna moest [slachtoffer] de verdachte weer zoenen en moest zij op haar rug gaan liggen. Zij moest haar broek uitdoen van de verdachte. Omdat [slachtoffer] het koud kreeg, heeft de verdachte zijn jas aan haar gegeven om aan te trekken. De verdachte deed haar benen wijd en ging met zijn hoofd omlaag. Hij likte toen haar vagina. Hij gebruikte ook zijn vinger daarbij. De verdachte stopte opeens en zij stonden vervolgens op. [slachtoffer] deed haar broek aan. Zij rookten weer een sigaret en de verdachte vertelde over zijn vrouw. Hij zei: “Mijn vrouw had borstkanker en nu is ze dood”. Hij zei ook: “Daar is mijn gebruik met coke mee begonnen”. Vervolgens gingen [slachtoffer] en de verdachte op de scooter van [slachtoffer] weg. Ergens bij een bankje moest [slachtoffer] stoppen van de verdachte. De verdachte vertelde weer iets over zijn dochter, zijn overleden vrouw en zijn drugsgebruik.
In de linker jaszak van de verdachte voelde [slachtoffer] een soort flesje van het merk Zwitsal zitten. In de rechterjaszak zat een schaar. Op een gegeven moment vroeg de verdachte zijn jas terug. Daarna nam hij nog een lijntje vanaf de schaar uit zijn jaszak en [slachtoffer] moest ook nog een lijntje van de verdachte snuiven. De verdachte reed daarna nog een klein stukje met [slachtoffer] op haar scooter mee. Op een gegeven moment zei de verdachte dat [slachtoffer] moest stoppen. Hij stapte af en [slachtoffer] reed daarna door.
Volgens [slachtoffer] hebben de verschillende seksuele handelingen tussen ongeveer 21:40 uur en 23:10 uur plaatsgevonden.Voorts heeft [slachtoffer] verklaard dat de verdachte ook met zijn vingers in haar anus is geweest.
De rechtbank ziet geen enkele aanleiding om te twijfelen aan voornoemde verklaring van [slachtoffer] . Haar verklaring wordt in voldoende mate ondersteund door de navolgende bewijsmiddelen.
Een forensisch arts heeft de navolgende letsels bij [slachtoffer] geconstateerd:
Op het rechter onderbeen is op de voorzijde een tweetal min of meer ronde bloeduitstortingen te zien;
Op het linker onderbeen is op de voorzijde een drietal min of meer ronde bloeduitstortingen te zien, paarsblauw van kleur, elk met een diameter van ongeveer 1,5 centimeter;
Aan de buitenzijde van de rechter enkel is een blauwe bloeduitstorting zichtbaar, rond in vorm, geschatte diameter 2 centimeter;
Aan de buitenzijde van het linker bovenbeen is een ronde bloeduitstorting zichtbaar, rond in vorm, geschatte diameter 1,5 centimeter;
In de linker flank is net boven de bil een rode kras zichtbaar, lengte ongeveer 5 centimeter;
Op de rechter buitenste schaamlip bevindt zich een lichaamsvreemd voorwerp, het lijkt een bladblaadje te zijn.
Volgens de arts passen de geconstateerde letsels onder 1. tot en met 4. bij de inwerking van stomp uitwendig geweld. Deze kunnen zijn ontstaan door zitten op de knieën op onregelmatige ondergrond. Letsel 4 zou tevens kunnen worden verklaard door stevig beetgepakt worden.
Letsel 5 is passend bij de inwerking van uitwendig schurend geweld, zoals bijvoorbeeld nagelkrassen maar zou ook verklaard kunnen worden door het lopen of zich bewegen langs een tak.
In de betreffende bosjes van het park van [bedrijf] aan [adres 2] te Nieuwerkerk aan den IJssel werden tussen de takken onder andere een gekarteld steakmes, een donkere broekriem, en een sigarettenpeuk aangetroffen.
Op de riem werd een DNA-mengprofiel van minimaal twee personen aangetroffen, te weten een afgeleid DNA-hoofdprofiel en DNA-nevenkenmerken. Een deskundige van het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) heeft geconcludeerd dat de kans dat het DNA-hoofdprofiel van een andere willekeurig gekozen man dan de verdachte matcht met dit afgeleide DNA-hoofdprofiel kleiner is dan één op één miljard.
Op het heft en de snijrand van het mes en op de sigarettenpeuk werd een DNA-profiel van een man aangetroffen. Een deskundige van het NFI heeft geconcludeerd dat het DNA afkomstig kan zijn van de verdachte.
Op de buitenste schaamlippen en diep vaginaal werden bij [slachtoffer] aanwijzingen van spermavloeistof aangetroffen. Op de buitenste en binnenste schaamlippen en diep vaginaal werden voorts aanwijzingen voor speeksel aangetroffen.Rondom de mond van [slachtoffer] werd een aanwijzing van spermavloeistof aangetroffen.
Uit de sporen rondom de mond werd een DNA-mengprofiel van minimaal twee personen aangetroffen. Een deskundige van het NFI heeft geconcludeerd dat de hypothese dat de sporen DNA van de verdachte en [slachtoffer] bevatten, meer dan één miljard keer waarschijnlijker is dan de hypothese dat de sporen DNA bevatten van een willekeurige onbekende persoon en [slachtoffer] .
Uit de sporen op de buitenste en binnenste schaamlippen en diep vaginaal werd een DNA-profiel van een man aangetroffen. Een deskundige van het NFI heeft geconcludeerd dat de hypothese dat de sporen DNA van de verdachte of van een in de mannelijke lijn aan hem verwante man zijn, zeer veel waarschijnlijker is dan de hypothese dat de sporen DNA van een willekeurige persoon, niet in de mannelijke lijn aan hem verwante man, zijn.
In de onderbroek van [slachtoffer] werd in het kruis wit ingedroogd materiaal aangetroffen. In het witte materiaal werden verschillende stoffen aangetroffen, waaronder cocaïne.
Na een toxicologisch onderzoek werd in het bloed van [slachtoffer] cocaïne en omzettingsproducten van cocaïne aangetroffen.
De verdachte heeft verklaard dat [slachtoffer] hem oraal heeft bevredigd en dat hij met [slachtoffer] heeft gezoend. Ook heeft hij verklaard dat hij haar oraal heeft bevredigd.
De rechtbank is – met de officier van justitie en de verdediging – van oordeel dat het onder 2 eerste cumulatief/alternatief ten laste gelegde feit (de poging tot diefstal met geweld van de portemonnee) niet wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard. De rechtbank zal de verdachte daarom van dit feit vrijspreken.
Op grond van vorenstaande bewijsmiddelen – in onderling verband en samenhang bezien – acht de rechtbank de onder 1, 2 tweede cumulatief/alternatief en 3 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen.