ECLI:NL:RBDHA:2019:7268
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het interstatelijk vertrouwensbeginsel in asielaanvraag van Gülenist met verblijfsrecht in Bulgarije
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 18 juli 2019, in de zaak tussen eiseres en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, werd de aanvraag van eiseres tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd behandeld. Eiseres, die bekend staat als Gülenist, had een geldige verblijfsvergunning in Bulgarije, maar vreesde dat zij bij overdracht aan Bulgarije zou worden uitgezet naar Turkije. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris zich op het interstatelijk vertrouwensbeginsel mocht baseren en dat er geen concrete aanwijzingen waren dat Bulgarije haar verplichtingen niet zou nakomen. Eiseres had in eerdere procedures al een beroep gedaan op de situatie in Bulgarije, maar de rechtbank concludeerde dat de door eiseres ingebrachte nieuwsberichten niet voldoende waren om aan te nemen dat zij een reëel risico liep op (indirect) refoulement. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris terecht had geoordeeld dat de aanvraag van eiseres niet in behandeling genomen hoefde te worden, omdat Bulgarije verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en de rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.