ECLI:NL:RBDHA:2019:6506
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van ongeloofwaardige bekering tot het christendom
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 juni 2019 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende de asielaanvraag van eiseres, een Afghaanse vrouw die eerder een asielaanvraag had ingediend die was afgewezen. Eiseres had op 3 september 2018 een opvolgende aanvraag ingediend, waarbij zij stelde dat zij was bekeerd tot het christendom en dat zij bij terugkeer naar Afghanistan vreest voor vervolging. De rechtbank heeft de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, omdat verweerder, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de bekering niet geloofwaardig achtte. De rechtbank oordeelde dat eiseres onvoldoende bewijs had geleverd voor haar bekering en dat haar verklaringen over haar geloofsovertuiging niet overtuigend waren. Eiseres had eerder verklaard dat zij afvallig was, en deze eerdere afwijzing stond in rechte vast. De rechtbank volgde het betoog van eiseres niet dat haar bekering en afvalligheid opnieuw beoordeeld moesten worden op basis van haar verder ontwikkelde inzicht. De rechtbank concludeerde dat de gestelde bekering ongeloofwaardig was en dat eiseres niet had aangetoond dat zij gevaar loopt bij terugkeer naar Afghanistan. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.