ECLI:NL:RBDHA:2019:6444
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de schuldsaneringsregeling zonder schone lei wegens toerekenbare tekortkomingen
Op 28 juni 2019 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een schuldenaar die onder de schuldsaneringsregeling viel. De rechtbank moest beoordelen of de schuldenaar tekort was geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de regeling. De schuldsaneringsregeling was oorspronkelijk uitgesproken op 9 juni 2015 en was verlengd tot 9 juni 2019. De bewindvoerder had gerapporteerd dat de schuldenaar niet voldeed aan de informatieverplichting en dat er een boedelachterstand was ontstaan. Tijdens de zitting op 14 juni 2019 bleek dat de schuldenaar niet in staat was om de achterstand in te lopen en dat hij belangrijke wijzigingen in zijn persoonlijke situatie, zoals zijn huwelijk, niet had gemeld aan de bewindvoerder. De rechtbank concludeerde dat de schuldenaar toerekenbaar tekort was geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen, wat leidde tot de beëindiging van de schuldsaneringsregeling zonder het toekennen van een schone lei. De rechtbank stelde ook de vergoeding van de bewindvoerder vast op € 3.849,56 en het vastrecht op € 630,-, voor zover de boedel toereikend was. De uitspraak werd gedaan door rechter mr. R. Cats en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier C.R. Cortenbach-van der Lek LL.B.