ECLI:NL:RBDHA:2019:6241
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een dwangverzoek tot instemming met een schuldregeling in het kader van de schuldsaneringsregeling
Op 20 juni 2019 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster een dwangverzoek indiende tot instemming met een door haar aangeboden schuldregeling, zoals bedoeld in artikel 287a van de Faillissementswet. De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde dag, maar verzoekster was niet verschenen, terwijl een schuldhulpverlener wel aanwezig was. Wooninvest, een van de verweersters, had eerder aangegeven akkoord te gaan met de schuldregeling, waardoor zij niet langer partij was in de procedure. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster een totale schuld heeft van € 49.605,30 aan elf schuldeisers, waaronder Bedrijvencentrum Rotterdam en Industrial Microwave System Ltd. De aangeboden schuldregeling, die door andere schuldeisers was aanvaard, hield in dat aan concurrente schuldeisers een uitkering van 3,46% zou worden gedaan tegen finale kwijting van hun vorderingen.
De rechtbank heeft in haar beoordeling geconcludeerd dat de verweersters, Bedrijvencentrum Rotterdam en Industrial Microwave System Ltd., geen vordering op verzoekster hebben. Dit werd bevestigd door correspondentie van de advocaat van Industrial Microwave System Ltd. waarin werd aangegeven dat hun vordering op een andere vennootschap, Amri Food International B.V., rustte. Aangezien er geen vordering op verzoekster was, kon het verzoek niet worden toegewezen. De rechtbank heeft het verzoek om een bevel tot instemming met de schuldregeling afgewezen. Tevens is opgemerkt dat verzoekster een afzonderlijk verzoek tot toelating van de schuldsaneringsregeling had ingediend, waarover later een vonnis zal worden gewezen.