ECLI:NL:RBDHA:2019:6241

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 juni 2019
Publicatiedatum
21 juni 2019
Zaaknummer
FT RK 19/765
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een dwangverzoek tot instemming met een schuldregeling in het kader van de schuldsaneringsregeling

Op 20 juni 2019 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster een dwangverzoek indiende tot instemming met een door haar aangeboden schuldregeling, zoals bedoeld in artikel 287a van de Faillissementswet. De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde dag, maar verzoekster was niet verschenen, terwijl een schuldhulpverlener wel aanwezig was. Wooninvest, een van de verweersters, had eerder aangegeven akkoord te gaan met de schuldregeling, waardoor zij niet langer partij was in de procedure. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster een totale schuld heeft van € 49.605,30 aan elf schuldeisers, waaronder Bedrijvencentrum Rotterdam en Industrial Microwave System Ltd. De aangeboden schuldregeling, die door andere schuldeisers was aanvaard, hield in dat aan concurrente schuldeisers een uitkering van 3,46% zou worden gedaan tegen finale kwijting van hun vorderingen.

De rechtbank heeft in haar beoordeling geconcludeerd dat de verweersters, Bedrijvencentrum Rotterdam en Industrial Microwave System Ltd., geen vordering op verzoekster hebben. Dit werd bevestigd door correspondentie van de advocaat van Industrial Microwave System Ltd. waarin werd aangegeven dat hun vordering op een andere vennootschap, Amri Food International B.V., rustte. Aangezien er geen vordering op verzoekster was, kon het verzoek niet worden toegewezen. De rechtbank heeft het verzoek om een bevel tot instemming met de schuldregeling afgewezen. Tevens is opgemerkt dat verzoekster een afzonderlijk verzoek tot toelating van de schuldsaneringsregeling had ingediend, waarover later een vonnis zal worden gewezen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANKDEN HAAG
Team insolventies – enkelvoudige kamer
rekestnummer: C/09/573938 / FT RK 19/765
vonnis van 20 juni 2019
in de zaak van
[verzoekster],
wonende [adres],
[postcode en woonplaats],
verzoekster,
tegen
Wooninvest (vertegenwoordigd door GGN Mastering Credit N.V.),
gevestigd te Voorburg,
hierna: Wooninvest,
Bedrijvencentrum Rotterdam (vertegenwoordigd door [X]),
gevestigd te Amsterdam,
hierna: Bedrijvencentrum Rotterdam,
-en-
Industrial Microwave System Ldt. (vertegenwoordigd door Holthuizen C.S.),
gevestigd te Buckinghamshire.
hierna: Industrial Microwave System Ldt.,
verweersters.

1.De procedure

1.1
Op 17 mei 2019 is door verzoekster tegelijk met het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling een verzoek ingediend tot het bevelen in te stemmen met een door haar aangeboden schuldregeling als bedoeld in artikel 287a Faillissementswet (Fw).
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 20 juni 2019. Verzoekster is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen ter terechtzitting. [A], schuldhulpverlener bij PLANgroep, is verschenen en gehoord.
1.3
Verweersters zijn, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen ter terechtzitting.
1.4
Bij fax van 3 juni 2019 heeft Wooninvest de rechtbank bericht alsnog akkoord te gaan met de aangeboden schuldregeling, zodat zij geen partij meer is in deze procedure.
1.5
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De feiten

De rechtbank gaat uit van de volgende vaststaande feiten.
2.1
Verzoekster heeft blijkens de verklaring ex artikel 285 lid 1 onder a Fw een totale schuld van € 49.605,30 aan elf schuldeisers.
2.2
Bedrijvencentrum Rotterdam heeft een vordering van € 13.302,45.
2.3
Industrial Microwave System Ldt. heeft een vordering van € 15.583,27.
2.4
Namens verzoekster is bij brief van 10 december 2018 een schuldregeling aangeboden, inhoudende dat aan concurrente schuldeisers een uitkering wordt gedaan van 3,46% tegen finale kwijting van het restant van hun vorderingen.
2.5
Uit de bij de aangeboden schuldregeling gevoegde toelichting blijkt dat verzoekster inkomen heeft op grond van de Participatiewet ter hoogte van € 974,27 per maand en dat voor verzoekster een Vrij Te Laten Bedrag is berekend van € 1.046,09, zodat onder de huidige omstandigheden niet gespaard kan worden in de wettelijke schuldsaneringsregeling.
2.6
De aangeboden schuldregeling is door de andere schuldeisers aanvaard.
2.7
Namens Industrial Microwave System Ldt. heeft mr. V. Holthuizen op 18 juni 2019 de rechtbank bericht dat zijn cliënt geen vordering op verzoekster heeft, maar op Amri Food International B.V.

3.Standpunt van de partijen

3.1
Verzoekster stelt dat verweersters in redelijkheid niet hebben kunnen komen tot een weigering van de medewerking aan de schuldregeling die zij heeft aangeboden, nu de andere schuldeisers wel hebben ingestemd met de aangeboden schuldregeling. Daarnaast levert de minnelijke regeling meer op voor de schuldeisers in verband met de kosten die samenhangen met de wettelijke schuldsaneringsregeling. Verder is het aanbod het uiterste waartoe zij in staat kan worden geacht. Verzoekster solliciteert één keer per week en wordt elk kwartaal door de schuldhulpverlener gecontroleerd op de nakoming hiervan, aldus verzoekster.

4.De beoordeling

4.1
Wooninvest heeft hangende deze procedure alsnog met het aangeboden akkoord ingestemd. Daarmee staat uitsluitend nog ter beoordeling of er gronden zijn Bedrijvencentrum Rotterdam en Industrial Microwave Systems Ldt. te dwingen in te stemmen met het aangeboden akkoord. Voor zover het aanvankelijk verzoek zich tegen Wooninvest, richtte zal de rechtbank dat verzoek als ingetrokken beschouwen.
4.2
Verzoekster is bestuurder en enig aandeelhouder geweest van Amri Food International B.V. Deze vennootschap is op 11 december 2015 opgericht en per 15 maart 2017 ontbonden. De namens verzoekster overgelegde schuldenlijst vermeldt zakelijke schulden waarvan onduidelijk is of dit schulden van Amri Food International B.V. of van verzoekster zijn. Van de schulden aan de schuldeisers tegen wie het onderhavige verzoek zich thans nog richt, is dit wel duidelijk. Volgens de stukken is Amri Food International B.V. de schuldenaar van de vorderingen van Bedrijvencentrum Rotterdam B.V. en Industrial Microwave Systems Ltd. Dit wordt bevestigd door de brieven van 24 april 2017 en 18 juni 2019 van de advocaat van Industrial Microwave Systems Ltd.
4.3
Nu er niet van kan worden uitgegaan dat de schuldeisers tegen wie het verzoek zich richt een vordering op verzoekster hebben, is het verzoek niet toewijsbaar. De rechtbank zal het verzoek dus afwijzen.
4.4
Verzoekster heeft ook een verzoek tot toelating van de schuldsaneringsregeling ingediend. Niet gebleken is dat zij dit verzoek heeft ingetrokken, zodat op het toelatingsverzoek afzonderlijk vonnis zal worden gewezen.

5.De beslissing

De rechtbank:
- wijst af het verzoek om een bevel op voet van artikel 287a eerste lid Faillissementswet te geven.
Gewezen door mr. R. Cats, rechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 juni 2019 in tegenwoordigheid van C.D. Woodley, griffier.
Tegen deze uitspraak kan de schuldenaar gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak in hoger beroep komen, in te stellen door een verzoekschrift, uitsluitend via een advocaat in te dienen ter griffie van het gerechtshof te Den Haag. Dit is slechts mogelijk indien de schuldenaar ook op dezelfde wijze hoger beroep instelt tegen de uitspraak tot afwijzing van het daarmee samenhangende verzoek om toepassing van de schuldsaneringsregeling (art. 292 lid 3 Faillissementswet).