Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 12 maart 2018;
- de akte van depot van 5 april 2018, waaruit blijkt dat [eiseres] op die datum de producties 1 tot en met 15.2 ter griffie van deze rechtbank heeft gedeponeerd;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 30;
- het tussenvonnis van 27 juni 2018, waarin een comparitie van partijen is gelast;
- de brief van de advocaat van [eiseres] van 12 oktober 2018, waarbij de producties 1 tot en met 15.2 doch slechts voor zover deze op het bij die brief gevoegde overzicht vetgedrukt zijn weergegeven, zijn overgelegd en waarbij een kopie van de dagvaarding, met verwijzingen naar de producties, is bijgevoegd;
- de door [eiseres] overgelegde producties 16 tot en met 61;
- het proces-verbaal van comparitie van 13 november 2018.
2.De feiten
[eiseres]
3.Het geschil
4.De beoordeling
Oneigenlijk gebruik depot
“Bij het beoordelen van de door u geleverde bewijsstukken is gebleken dat onvoldoende is bewezen dat alle doorgegeven aantal uren kinderopvang zijn betaald. Daardoor voldoet uw aanvraag kinderopvangtoeslag niet aan de voorwaarden Wet Kinderopvang.”en
“In uw casus is, na herhaaldelijk verzoek, niet vast te stellen wat de kosten over het berekeningsjaar 2014 (of tot en met periode stopzetting van het voorschot) bedragen. Om deze reden kunnen wij de uitspraak van 8 maart 2017 niet toepassen op uw situatie en bestaat er ook om deze reden geen recht op kinderopvangtoeslag aangezien de hoogte van de kosten niet is vast te stellen.”.
1.086,00(2,0 punt × tarief € 543,00)