Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
3.Standpunt van de partijen
4.De beoordeling
bedrag) in ieder geval € 13.051,26 (minnelijk spaarsaldo van € 5.805,18 + 36 (€ 1.420,78 -/- € 1.219,50) in boedel zal vloeien.
Rechtbank Den Haag
Op 12 juni 2019 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker een verzoek indiende tot het bevelen van instemming met een door hem aangeboden schuldregeling, zoals bedoeld in artikel 287a van de Faillissementswet (Fw). Verzoeker had op 30 april 2019 een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling ingediend, samen met het verzoek om goedkeuring van de schuldregeling. Tijdens de zitting op 29 mei 2019 was verzoeker aanwezig, vergezeld van zijn schuldhulpverlener, terwijl de verweerster, ING Bank N.V., niet verschenen was. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker een totale schuld heeft van € 124.997,73 aan zeventien schuldeisers, waarvan ING Bank N.V. een vordering heeft van € 70.323,-, wat 56,26% van de totale schuldenlast vertegenwoordigt.
Verzoeker stelde dat ING Bank N.V. onterecht had geweigerd om in te stemmen met de aangeboden schuldregeling, aangezien de andere schuldeisers wel akkoord waren gegaan. ING Bank N.V. voerde aan dat het verzoekschrift niet correct en betrouwbaar was en dat het voorstel niet het maximaal haalbare was. De rechtbank oordeelde dat het iedere schuldeiser vrijstaat om volledige betaling van zijn vordering te verlangen en dat een schuldeiser slechts onder bijzondere omstandigheden kan worden gedwongen om in te stemmen met een schuldregeling. De rechtbank concludeerde dat ING Bank N.V. in redelijkheid tot haar weigering kon komen, gezien de onevenredigheid tussen haar belangen en die van verzoeker.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek van verzoeker afgewezen, met de overweging dat de aangeboden schuldregeling niet het uiterste was waartoe verzoeker financieel in staat was. De rechtbank heeft tevens aangegeven dat verzoeker het verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling kan handhaven, indien het verzoek ex artikel 287a lid 1 Fw wordt afgewezen. De uitspraak werd gedaan door mr. R. Cats en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.