ECLI:NL:RBDHA:2019:5844
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van christelijke man uit Pakistan door de Immigratie- en Naturalisatiedienst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 juni 2019 uitspraak gedaan in het beroep van een christelijke man uit Pakistan die asiel had aangevraagd. De man, eiser, had zijn aanvraag ingediend op 21 november 2018, na eerder een afwijzing te hebben ontvangen op 9 juni 2015. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) verklaarde de aanvraag niet-ontvankelijk, omdat er geen nieuwe elementen waren die de aanvraag ondersteunden. Eiser vreesde voor vervolging in Pakistan vanwege zijn geloof, maar de rechtbank oordeelde dat hij niet had aangetoond dat de situatie voor christenen in Pakistan zodanig was verslechterd dat dit een nieuw risico met zich meebracht. De rechtbank stelde vast dat de IND zich terecht op het standpunt had gesteld dat de overgelegde fatwa niet als nieuw bewijs kon worden aangemerkt, omdat alleen een kopie was overgelegd en het origineel ontbrak. De rechtbank concludeerde dat de aanvraag terecht niet-ontvankelijk was verklaard en wees het verzoek om een voorlopige voorziening af. De uitspraak werd gedaan door mr. M.J.M. Langeveld, in aanwezigheid van griffier mr. M. Pier.