Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
gemachtigde: mr. A.M. van Geel,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. E. Versloot.
1.Procedure
- de dagvaarding van 1 augustus 2018, met producties 1 tot en met 22;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 en 2;
- de brief zijdens [eiseres] van 6 december 2018 met producties 23 en 24.
2.Feiten
3.Vordering
4.Verweer
5.Beoordeling
Onrechtmatig handelen van COA
diereden geen arbeidsovereenkomst is aangeboden. [eiseres] heeft aangevoerd dat het sollicitatiegesprek zeer voorspoedig verliep, en dat dit door [z] na afloop ook met zoveel woorden werd bevestigd, en dat [z] aan [eiseres] een dienstverband wilde aanbieden. Wat er van dat laatste ook zij, uitgaande van de niet weersproken stelling dat het gesprek voorspoedig voor [eiseres] was verlopen en de door [z] gemaakte opmerking “Dat maakt het wel anders” leidt de kantonrechter af dat [eiseres] aan het einde van het gesprek als kandidaat geschikt werd geacht. Het kan zijn dat in het gesprek over (onder meer) het opleidingsniveau van [eiseres] is gesproken, zoals COA heeft aangevoerd, maar uit de hiervoor geciteerde opmerking kan worden afgeleid dat eventuele twijfel over de geschiktheid van [eiseres] aan het einde van het gesprek was weggenomen. Indien dat niet zo zou zijn, is immers niet te verklaren wat de zwangerschap dan “anders” zou maken. Dat [eiseres] in beginsel geschikt werd geacht voor de besproken vacature volgt voorts uit het feit dat haar naderhand, nadat het conflict over de afwijzing was gereden, alsnog een dienstbetrekking is aangeboden. Het moge zijn dat dat in het kader van een schikking is gedaan, maar dat het COA dienstbetrekkingen aanbiedt aan personen die zij daarvoor ongeschikt acht, is naar het oordeel van de kantonrechter niet aannemelijk te achten.
€ 3.224,69 bruto inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering bij een full-time dienstverband van 36 uur per week (€ 2.757,00 exclusief toeslagen). COA heeft aangevoerd dat het meer voor de hand ligt dat [eiseres] niet meer dan 32 uur per week zou gaan werken. Dat standpunt is naar het oordeel van de kantonrechter voldoende onderbouwd door verwijzing naar productie 1 bij productie 15 bij dagvaarding. Dat betreft een interne terugkoppeling aan [z] naar aanleiding van het eerste sollicitatiegesprek op 12 november 2015, waarin staat aangegeven dat [eiseres] bij voorkeur 32 uur wil werken. De kantonrechter neemt aldus een arbeidsduur van 32 uur per week tot uitgangspunt. Dat leidt tot een bruto maandsalaris van € 2.867,19 inclusief toeslagen (€ 2.450,66 exclusief toeslagen). Bij een dienstverband van een jaar zou [eiseres] aldus een bedrag van (€ 2.867,19 x 12 =)
€ 34.406,28 aan salaris hebben ontvangen.