Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[eiseres 1] ,
[eiseres 2],
[eiseres 3],
1.De procedure
- de dagvaarding van 24 juli 2018, met producties;
- de rolbeslissing van 22 augustus 2018;
- de akte uitlaten na rolbeslissing, met producties;
- de conclusie van antwoord tevens houdende eisen in reconventie, met producties;
- het tussenvonnis van 10 oktober 2018, waarbij een comparitie van partijen is bevolen;
- het proces-verbaal van de op 17 januari 2019 gehouden comparitie van partijen en de daarin genoemde stukken.
- de brief van 24 januari 2019, met producties, namens [A] ;
- de akte uitlaten na comparitie van partijen, met producties, namens [eiseres 1 c.s.] ;
- de B16-formulieren van 13 maart 2019 van partijen.
2.De feiten
[erflaatster]
- “
- Volgens een publicatie van de gemeente [gemeente] is voor de woning aan de [adres ] op 21 november 2012 een omgevingsvergunning voor het verplaatsen van de voorpui aangevraagd. Kunt U aangeven wat het nut en de noodzaak van de (mogelijke) verbouwing is (in het licht van de aan U opgedragen afwikkeling van de nalatenschap) en welke kosten daarmee (zullen) zijn gemoeid? Kunt U tevens aangeven waarom de woning van binnen geheel is of wordt gestript, wat hiervan het nut en de noodzaak is (in het licht van de aan U opgedragen afwikkeling van de nalatenschap) en welke kosten hiermee zijn gemoeid?
- (…)”
(… ) De woning aan de [adres ] is tijdelijk uit de verkoop gehaald, voor de duur van een verbouwing. Het is immers gedurende deze periode niet bezienswaardig. (…)
Verkoop van een woning behorend tot de nalatenschap behoort strikt genomen niet tot de taak van de executeur. Die taak is het beheer van de nalatenschap en het doen van daarmee verband houdende uitgaven, de voldoening van de schulden van de nalatenschap en eventueel daarvoor noodzakelijke verkoop van zaken die tot de nalatenschap behoren.”
3.Het geschil
in conventie
primairveroordeling van [eiseres 1 c.s.] tot meewerking aan de notariële levering van de woning aan [A] binnen een maand na de vonnisdatum;
subsidiairdat aan de veroordeling van de gezamenlijke erfgenamen van [erflaatster] tot betaling aan [eiseres 1 c.s.] van het vast te stellen erfdeel in de nalatenschap van erflaatster, de opschortende voorwaarde wordt verbonden dat de gezamenlijke erfgenamen van [erflaatster] het bedrag pas bij verkoop van de woning tegen een marktconforme prijs die wordt bepaald door de huidige makelaar, aan [eiseres 1 c.s.] hoeven te voldoen;
4.De beoordeling
in conventie en in reconventie
Gemeente [plaats] Grafrechten, begraving en gebruik aula”. Daarnaast heeft [A] een stuk van de gemeente [plaats] overgelegd waaruit de verschuldigdheid van leges van € 3.202,50 voor grafrechten blijkt. Zonder nadere toelichting van [A] van haar (impliciete) stelling dat twee maal leges voor grafrechten ten laste van de nalatenschap van erflaatster zijn voldaan – eenmaal aan de uitvaartondernemer en eenmaal rechtstreeks aan de Gemeente [plaats] – welke toelichting ontbreekt, stelt de rechtbank vast dat de betreffende leges onderdeel uitmaken van de door de uitvaartondernemer in rekening gebrachte kosten voor “
Gemeente [plaats] Grafrechten, begraving en gebruik aula”, zoals [eiseres 1 c.s.] heeft gesteld. Het bedrag van € 3.202,50 maakt dus geen (zelfstandig) onderdeel uit van de uitvaartkosten.
bevoegdelijkten behoeve van de gemeenschap zijn verricht [cursivering door de rechtbank]. De kosten van het herstel van de waterleiding van € 2.000 komen dus ten laste van de nalatenschap van erflaatster, nu de hoogte van dit bedrag niet is betwist.