Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 juni 2019 in de zaak tussen
[eiser] , geboren op [geboortedag] 1997, van Marokkaanse nationaliteit, eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
lp-aanvraag aan de Marokkaanse autoriteiten heeft verzonden en maandelijks schriftelijk bij de Marokkaanse autoriteiten gerappelleerd, laatstelijk op 8 mei 2019. Ook hebben er regelmatig vertrekgesprekken met eiser plaatsgevonden, laatstelijk op 13 mei 2019. Anders dan eiser is de rechtbank van oordeel dat met het oog op de vereiste voortvarendheid van verweerder niet meer of andere inspanningen hoeven te worden gevergd. De rechtbank merkt voorts op dat verweerder, ook voor het plannen van een presentatie, afhankelijk is van de Marokkaanse autoriteiten. Gezien het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verweerder voldoende voortvarend handelt teneinde eisers uitzetting te kunnen effectueren.
“
1) Hoeveel LPs zijn er aangevraagd bij en afgegeven door de Marokkaanse autoriteiten sinds 1 augustus 2018 tot heden?Tussen 1 augustus 2018 en 31 mei 2019 zijn er 220 aanvragen ingediend.
2) Hoeveel presentaties in persoon hebben er plaatsgevonden bij de Marokkaanse autoriteiten sinds 1 augustus 2018 tot heden?Tussen 1 augustus 2018 en 31 mei 2019 hebben 15 presentaties in persoon plaatsgevonden. Per presentatie worden gemiddeld genomen 8 personen gepresenteerd.
3) Hoeveel vreemdelingen zijn er sinds 1 augustus 2018 tot heden naar Marokko uitgezet en hoeveel van die vreemdelingen waren er ongedocumenteerd?Tussen 1 augustus 2018 en 31 mei 2019 zijn 15 Lp’s afgegeven. In deze periode zijn 25 vreemdelingen uitgezet naar Marokko, waaronder 8 vreemdelingen op basis van een Lp.”
Beslissing
uitspraak mede te ondertekenen.