Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.Bewijsoverwegingen
onder bvan de Wegenverkeerswet 1994. Nog daargelaten of verdachte met recht een beroep zou kunnen doen op een mogelijke onregelmatigheid bij een door haarzelf gemanipuleerd bloedonderzoek (waarover bij dagvaarding III nader wordt overwogen), komt de rechtbank aan die vraag niet toe. Aan verdachte is namelijk tenlastegelegd en door de rechtbank wordt bewezenverklaard dat zij meer alcohol op had dan wettelijk is toegestaan zoals is gebleken bij een ademonderzoek als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en
onder a, van de Wegenverkeerswet 1994. Dit bedoelde ademonderzoek is volgens de wettelijke regels verlopen en de resultaten daarvan zijn dan ook voor het bewijs bruikbaar.
- het proces-verbaal “ter zake artikel 8 WVW 1994”, met de daarbij behorende uitslag ademanalyse, blz. 37-40 van
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 14 mei 2019.
- het proces-verbaal “ter zake artikel 8 WVW 1994”, met de daarbij behorende uitslag ademanalyse, blz. 93-97 van
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 14 mei 2019;
- de beslissing invordering rijbewijs van 3 oktober 2016 en de kennisgeving aan verdachte, blz. 52 en 53 van
- het proces-verbaal “ZSM artikel 9 WVW”, blz. 101-103 van
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 14 mei 2019.
- een geschrift, te weten het aanstellingsbesluit, blz. 50-52 van
- een geschrift, te weten het besluit tot plaatsing, blz. 55 en 56 van
- het proces-verbaal van bevindingen, blz. 308-313 van
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 14 mei 2019;
- een geschrift, te weten het aanstellingsbesluit, blz. 50-52 van
- een geschrift, te weten het besluit tot plaatsing, blz. 55 en 56 van
- het proces-verbaal van bevindingen, blz. 308-313 van
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 14 mei 2019;
- een geschrift, te weten een brief van mr. M.A.C. de Vilder, blz. 69 van
- een geschrift, te weten een deskundige rapport alcohol in het verkeer van het NFI gedateerd 9 maart 2017, blz. 70 van
- een geschrift, te weten een deskundige rapport alcohol in het verkeer van het NFI gedateerd 4 april 2017, blz. 71 van
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 14 mei 2019;
op 20 maart 2017te Den Haag, als ambtenaar (werkzaam als onderzoeksmedewerker bij de afdeling DNA van het Nederlands Forensisch Instituut) opzettelijk een zaak (te weten een bloedbuis/bloedmonster met [kenmerk monster] ) bestemd om voor de bevoegde macht tot bewijs te dienen, welke zij, verdachte, in haar bediening onder zich had, heeft onbruikbaar gemaakt
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
7.De toepasselijke wetsartikelen
8.De beslissing
12 (twaalf) maanden;
6 (zes) maanden, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat verdachte zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
dagvaarding Ibewezenverklaarde de
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
9 (negen) maanden, met aftrek van de tijd die het rijbewijs ingevolge artikel 164 van de Wegenverkeerswet 1994 ingevorderd en ingehouden is geweest;
dagvaarding II onder feit 1bewezenverklaarde de
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
15 (vijftien) maanden;
dagvaarding III onder feit 1 en feit 2bewezenverklaarde het recht ambten te bekleden voor de duur van
3 (drie) jaren.