ECLI:NL:RBDHA:2019:5197
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering uitbetaling plusuren na ontslag en de rechtsgeldigheid van de registratie in TIM versus Joost-XL
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 mei 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, werkzaam bij de gemeente Westland, en het college van burgemeester en wethouders van Westland. Eiseres had verzocht om eervol ontslag per 1 mei 2017 en om uitbetaling van plusuren die zij in de jaren 2015 en 2016 had gemaakt. Het primaire besluit van 18 april 2017 verleende haar ontslag, maar weigerde de uitbetaling van de plusuren. Eiseres maakte bezwaar tegen dit besluit, wat leidde tot een gegrondverklaring van het bezwaar voor wat betreft de eindafrekening van openstaande verlofuren, maar de overige verzoeken werden ongegrond verklaard.
Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld tegen het bestreden besluit, waarbij zij aanvoerde dat de weigering om de plusuren uit te betalen onterecht was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de wijzigingen in de registratie van uren per 1 januari 2015 niet duidelijk waren gecommuniceerd en dat eiseres de plusuren in het verkeerde systeem (TIM) had geregistreerd, terwijl dit volgens de nieuwe werkwijze in Joost-XL had moeten gebeuren. De rechtbank oordeelde dat er geen bewijs was dat eiseres vooraf afspraken had gemaakt met haar leidinggevende over het maken van de plusuren, en dat de weigering om deze te verrekenen geen schending van de Ambtenarenwet inhield.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat de beslissing van verweerder om de plusuren niet uit te betalen rechtmatig was. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie over wijzigingen in arbeidsvoorwaarden en de noodzaak om aan de nieuwe registratieprocedures te voldoen.