ECLI:NL:RBDHA:2019:4832
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag Georgische nationaliteit niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan nieuwe elementen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 mei 2019 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een eiser van Georgische nationaliteit. De eiser had eerder een asielaanvraag ingediend die op 16 januari 2019 was afgewezen als kennelijk ongegrond, omdat de rechtbank oordeelde dat Georgië een veilig land van herkomst is. Op 5 februari 2019 diende de eiser opnieuw een asielaanvraag in, maar deze werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft de zaak behandeld op een zitting op 4 april 2019, waar de eiser, zijn gemachtigde en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren. De eiser voerde aan dat hij in hongerstaking was en dat zijn medische situatie niet goed was beoordeeld door de staatssecretaris. De rechtbank oordeelde echter dat de medische situatie van de eiser voldoende was onderzocht en dat hij in staat was om te worden gehoord.
Daarnaast stelde de eiser dat er nieuwe elementen waren die niet eerder waren aangevoerd, zoals intimidatie door de Georgische maffia. De rechtbank oordeelde dat deze gebeurtenissen zich tijdens de eerste asielprocedure hadden voorgedaan en dat de eiser deze toen had moeten melden. De rechtbank concludeerde dat er geen nieuwe elementen of bevindingen waren die de niet-ontvankelijkheid van de aanvraag konden onderbouwen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een andere beoordeling rechtvaardigden. De aanvraag is terecht niet-ontvankelijk verklaard en het beroep van de eiser is ongegrond verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking.