ECLI:NL:RBDHA:2019:4202
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Sluiting van een bedrijfspand wegens hennepkwekerij en de beoordeling van bijzondere omstandigheden
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 9 april 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, de verhuurder van een bedrijfspand, en de burgemeester van Rijswijk, die het pand had gesloten wegens de aanwezigheid van een hennepkwekerij. De burgemeester had op 12 april 2018 besloten het pand te sluiten voor negen maanden, na het aantreffen van 425 hennepplanten. Eiser was het niet eens met dit besluit en stelde dat hij niet verantwoordelijk kon worden gehouden voor de activiteiten van zijn huurder, aangezien hij voorafgaand aan de huurovereenkomst voldoende checks had uitgevoerd. Eiser betoogde dat de sluiting onredelijk was en niet voldeed aan de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit.
De rechtbank oordeelde dat de burgemeester de hennepkwekerij terecht als een ernstig geval had aangemerkt, maar dat dit niet betekende dat de sluiting in redelijkheid kon worden gehandhaafd. De rechtbank concludeerde dat er bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van het beleid rechtvaardigden. Eiser had zich voldoende ingespannen om een betrouwbare huurder te vinden en had geen controle kunnen uitoefenen binnen de korte termijn van drie maanden. Bovendien was er geen sprake van verkoop van drugs, wat de situatie verzachtte. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en herstelde het primaire besluit, waardoor de sluiting van het pand ongedaan werd gemaakt. Tevens werd de burgemeester veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan eiser.