Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
Stcrt.2015/12685) zijn daarvoor nadere regels gesteld (Ontslagregeling).
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de kantonrechter op 18 maart 2019 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen een vereniging en een werknemer, hierna aangeduid als [naam vereniging] en [verweerster]. [naam vereniging] heeft op 2 januari 2019 een verzoekschrift ingediend om de arbeidsovereenkomst met [verweerster] te ontbinden, onderbouwd met de stelling dat er sprake is van een ernstig verstoorde arbeidsverhouding. [verweerster] heeft hierop gereageerd met een verweerschrift en verzocht om toekenning van een transitievergoeding van € 81.264,00 bruto, alsook om vergoeding van de proceskosten.
Tijdens de mondelinge behandeling op 4 maart 2019 zijn beide partijen verschenen, bijgestaan door hun gemachtigden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een vertrouwensconflict is ontstaan tussen het bestuur van [naam vereniging] en [verweerster], vooral naar aanleiding van de sollicitatieprocedure voor een nieuwe adjunct-directeur. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat herplaatsing van [verweerster] niet mogelijk is, aangezien er binnen de organisatie geen andere functies beschikbaar zijn.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de arbeidsovereenkomst ontbonden dient te worden op basis van artikel 7:671b lid 8, onderdeel a, van het Burgerlijk Wetboek, met ingang van 2 april 2019. Tevens is de transitievergoeding van € 81.264,00 bruto aan [verweerster] toegewezen, omdat [naam vereniging] geen verweer heeft gevoerd tegen de hoogte of berekening daarvan. De kosten van de procedure zijn toegewezen aan [naam vereniging], die als in het ongelijk gestelde partij is aangemerkt.