Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.NATIONALE-NEDERLANDEN SCHADEVERZEKERING MAATSCHAPPIJ N.V.te Den Haag,
GENERALI SCHADEVERZEKERING N.V.te Diemen,
1.De procedure
- de inleidende dagvaardingen van 17 april 2018 met producties 1 t/m 3;
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie met producties 1 t/m 11;
- het tussenvonnis van 18 juli 2018, waarin een comparitie van partijen is bepaald;
- de conclusie van antwoord in reconventie, tevens akte wijziging van eis in conventie met productie 4;
- de antwoordakte wijziging van eis in conventie, tevens akte wijziging van eis in reconventie;
- het proces-verbaal van comparitie van 6 december 2018.
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie en in reconventie
- a) [A] opdracht heeft gegeven tot de brandstichting en de brand dus is ontstaan door opzet van [A]; en omdat
- b) [A] de verzekeraars na de brand opzettelijk heeft misleid in de zin van artikel 7:941 lid 5 BW.
5.De beslissing
- het bedrag van € 25.000,00 met ingang van 15 maart 2013
- het bedrag van € 37.750,00 met ingang van 26 april 2013
- het bedrag van € 30.000,00 met ingang van 31 mei 2013
- het bedrag van € 201.393,00 met ingang van 12 juli 2013,