ECLI:NL:RBDHA:2019:3122
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en Dublinverordening: Verantwoordelijkheid Italië
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 februari 2019 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een vreemdeling, een verblijfsvergunning asiel had aangevraagd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Italië verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 21 februari 2019 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en is er een tolk aanwezig geweest. De rechtbank heeft overwogen dat de Italiaanse autoriteiten zich houden aan internationale verplichtingen en dat er geen structurele tekortkomingen zijn in het asiel- en opvangsysteem in Italië die een risico voor eiser zouden vormen bij overdracht. De rechtbank heeft de beroepsgrond van eiser, die stelde dat hij als kwetsbaar persoon moest worden aangemerkt, verworpen. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij in Italië geen bescherming kan krijgen. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.