2.12.Bij brief van 23 november 2018 heeft de Politie het volgende medegedeeld aan de advocaat van [eisende partij sub 1 c.s.] :
Bij brief van 24 mei 2018 heeft u namens de heer [eisende partij sub 1] verzocht om een kopie verstrekt te krijgen van de camerabeelden die in de nacht van 4 op 5 mei 2010 zijn gemaakt in observatiecel [I] van het politiebureau te Deventer (bureau [X] ). Concreet betreft dit verzoek camerabeelden van de heer [eisende partij sub 1] voormeld die zijn gemaakt in cel [I] in het politiebureau te Deventer op 4 en op 5 mei 2010.
De hiervoor bedoelde camerabeelden betreffen persoonsgegevens die in het kader van de politietaak zijn verwerkt en zijn daarmee politiegegevens als bedoeld in de Wet politiegegevens (Wpg). Uw verzoek is dan ook aan te merken als een verzoek op grond van artikel 25 Wet politiegegevens (Wpg). lngevolge deze bepaling heeft een ieder het recht op inzage in zijn of haar eigen politiegegevens.
Op grond van artikel 25 Wpg heeft u op 14 november 2018 als gemachtigde namens uw cliënt inzage gehad in de hier aan de orde zijnde beelden. Tijdens deze inzage heeft u gevraagd of het mogelijk was de gegevensdrager (een dvd waarop de beelden zijn opgeslagen) met daarop de getoonde beelden te verstrekken. U is toen mondeling meegedeeld dat dit niet mogelijk is. Vervolgens heeft u via onze advocaat het verzoek tot het beschikbaar stellen van de beelden herhaald en aangekondigd dat u een kort geding wilt starten als de dvd met de beelden niet aan u wordt verstrekt.
Artikel 25 Wpg verplicht de Korpschef om desgevraagd mee te delen of de betrokken persoon betreffende politiegegevens worden verwerkt, welke hem betreffende politiegegevens worden verwerkt, of deze gegevens gedurende een periode van vier jaar voorafgaand aan het verzoek zijn verstrekt en aan welke ontvangers of categorieën van ontvangers die gegevens zijn verstrekt. De Wpg verplicht niet tot het verstrekken van afschriften van de documenten waarin de verwerkte politiegegevens zijn opgenomen; het recht op kennisneming van persoonsgegevens omvat niet een recht op een afschrift van de stukken.
In navolging hiervan is het landelijk beleid binnen de politie om geen documenten en kopieën te verstrekken op grond van artikel 25 Wpg. Dit houdt ook verband met de (privacy)gevoeligheid en vertrouwelijkheid van politie-informatie, in casu de camerabeelden.
In dit geval is er ook geen specifieke reden om een kopie van de camerabeelden te verstrekken. Relevant hierbij is dat een kennisneming is bedoeld om de rechtmatigheid, doelmatigheid en noodzaak van de verwerking te kunnen beoordelen. Het is niet bedoeld om politiedocumenten te verkrijgen voor andere doeleinden. Dat klemt te meer, nu de heer [eisende partij sub 1] dan wel u namens hem reeds beschikt over het rapport van de Rijksrecherche waarin de camerabeelden uitvoerig zijn weergegeven en besproken.
Met de inzage is het verzoek om kennisneming in overeenstemming met het bepaalde in artikel 25, eerste lid, eerste volzin, van de Wpg naar behoren afgedaan.
Vertrouwende erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Mogelijkheden voor bemiddeling/advisering en beroep
Indien u het niet eens bent met de beslissing op uw verzoek kunt u zich desgewenst binnen 6
weken na kennisneming van dit besluit met een verzoek tot bemiddeling of advisering wenden
tot de Autoriteit Persoonsgegevens, Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag.
Daarnaast kunnen belanghebbenden binnen 6 weken na dagtekening van dit besluit beroep
instellen bij de rechtbank binnen het rechtsgebied waarvan de indiener van het beroepschrift zijn
woonplaats in Nederland heeft.
Indien de indiener van het beroep geen woonplaats in Nederland heeft, is de rechtbank binnen
het rechtsgebied waarvan het bestuursorgaan zijn zetel heeft bevoegd.
Het beroepschrift moet op grond van artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zijn
ondertekend en bevat tenminste de naam en adres van de indiener, de dagtekening, de
omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht, een afschrift van dit besluit (indien
mogelijk) en de gronden waarop het beroepschrift rust. Van de indiener van het beroepschrift
wordt griffierecht geheven door de griffier van de rechtbank. Nadere informatie over de hoogte
van het griffierecht en de wijze van betalen wordt door de griffie van de rechtbank verstrekt.
U kunt ook digitaal beroep instellen bij de rechtbank viahttp://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht.
Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijkt u op de
genoemde site voor de precieze voorwaarden."