ECLI:NL:RBDHA:2019:2683

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 maart 2019
Publicatiedatum
19 maart 2019
Zaaknummer
C/09/466730 / HA ZA 14-632
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Intellectueel-eigendomsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in vrijwaring en ondervrijwaringen inzake intellectueel eigendomsrecht en bewijsopdracht

In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, zijn drie onderling verbonden vrijwaringszaken aan de orde. De eiseres, Van Caem Sports B.V., heeft in de vrijwaringszaak met rolnummer C/09/466730 / HA ZA 14-632 vorderingen ingesteld tegen EN-S Sports, die als gedaagde is aangemerkt. De rechtbank heeft in deze zaak de vraag te beoordelen of EN-S Sports gehouden is Van Caem Sports te vrijwaren voor vorderingen die in de hoofdzaak zijn ingesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat Van Caem Sports niet heeft voldaan aan de bewijsopdracht die aan haar was gegeven. Dit betreft de stelling dat de in beslag genomen schoenen door Van Caem Sports van EN-S Sports zijn ontvangen. De rechtbank heeft de schriftelijke verklaringen van de Business Controller en CFO van Van Caem Sports als onvoldoende bewijs aangemerkt, omdat deze niet verifieerbare gegevens bevatten. De rechtbank heeft ook het aanbod van Van Caem Sports om aanvullend bewijs te leveren door een deskundigenbericht en getuigenverhoor afgewezen, omdat dit te laat werd aangeboden en niet kon leiden tot het benodigde bewijs. De rechtbank heeft de vorderingen van Van Caem Sports in de zaken 14-632 en 15-832 afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten. In de ondervrijwaringszaak met rolnummer C/09/486219 / HA ZA 15-420 heeft de rechtbank de vordering van EN-S Sports afgewezen en SMATT, de gedaagde, in de kosten veroordeeld op nihil, omdat deze geen conclusie van antwoord heeft genomen. De rechtbank heeft de kosten in de zaken 14-632 en 15-832 vastgesteld en uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
Vonnis in vrijwaring en ondervrijwaringen van 20 maart 2019
in de vrijwaringszaak met zaaknummer / rolnummer: C/09/466730 / HA ZA 14-632 van
VAN CAEM SPORTS B.V.,
te Leiden,
eiseres,
advocaat mr. J.P. Heering te Den Haag,
tegen
[X]handelende onder de naam
EN-S SPORTS,
te […] ,
gedaagde,
advocaat mr. J.W.A. Meddens te Amsterdam,
en in de ondervrijwaringszaak met zaaknummer / rolnummer C/09/486219 / HA ZA 15-420 van
[X]handelende onder de naam
EN-S SPORTS,
te […] ,
eiser,
advocaat mr. J.W.A. Meddens te Amsterdam,
tegen
de rechtspersoon naar vreemd recht
SMATT SARL,
te Aubagne (Frankrijk),
gedaagde,
advocaat onttrokken,
en in de ondervrijwaringszaak met zaaknummer / rolnummer C/09/492670 / HA ZA 15-832 van
VAN CAEM SPORTS B.V.,
te Leiden,
eiseres,
advocaat mr. J.P. Heering te Den Haag,
tegen
[X]handelende onder de naam
EN-S SPORTS,
te […] ,
gedaagde,
advocaat mr. J.W.A. Meddens te Amsterdam.
Eiseres in de vrijwaringszaak met rolnummer 14-632 en de ondervrijwaringszaak 15-832 zal hierna Van Caem Sports genoemd worden. De zaak is voor Van Caem Sports inhoudelijk behandeld door mr. M.A. Overman, advocaat te Rotterdam.
Gedaagde in de vrijwaringszaak met rolnummer 14-632 en de ondervrijwaringszaak met rolnummer 15-832, tevens eiser in de ondervrijwaringszaak met rolnummer 15-420, zal hierna EN-S Sports genoemd worden. De zaak is voor EN-S Sports behandeld door de advocaat voornoemd.
Gedaagde in de ondervrijwaringszaak met rolnummer 15-420 zal hierna SMATT genoemd worden.
De zaken zullen hierna worden aangeduid aan de hand van het rolnummer als ‘zaak 14-632’, ‘zaak 15-420’ en ‘zaak 15-832’.

1.De procedure

in de zaak 14-632

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 3 januari 2018 en de daarin genoemde gedingstukken;
  • de akte met gespecificeerde aanbiedingen tot het leveren van getuigenbewijs en deskundigenbewijs van 28 februari 2018 van de zijde van Van Caem Sports, met productie A;
  • de akte reactie producties Van Caem Sports houdende aanbod getuigen- en deskundigenbewijs van 28 maart 2018 van de zijde van EN-S Sports.
1.2.
Ten slotte is vonnis nader bepaald op heden.
in de zaak 15-420
1.3.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 3 januari 2018 en de daarin genoemde gedingstukken.
1.4.
Ten slotte is vonnis nader bepaald op heden.
in de zaak 15-832
1.5.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 3 januari 2018 en de daarin genoemde gedingstukken;
  • de akte met gespecificeerde aanbiedingen tot het leveren van getuigenbewijs en deskundigenbewijs van 28 februari 2018 van de zijde van Van Caem Sports, met productie A;
  • de akte reactie producties Van Caem Sports houdende aanbod getuigen- en deskundigenbewijs van 28 maart 2018 van de zijde van EN-S Sports.
1.6.
Ten slotte is vonnis nader bepaald op heden.
2. De verdere beoordeling
in de zaken 14-632 en 15-832
2.1.
In de zaak 14-632 ligt ter beoordeling voor of EN-S Sports gehouden is Van Caem Sports te vrijwaren omdat de vorderingen in de hoofdzaak (met zaak / rolnummer C/09/454667 / HA ZA 13-1291, waarin eindvonnis is gewezen in het voormelde vonnis van 3 januari 2018) betrekking hebben op schoenen die EN-S Sports aan Van Caem Sports heeft geleverd onder een garantie-verplichting. In de zaak 15-832 ligt ter beoordeling voor of
EN-S Sports gehouden is Van Caem Sports te vrijwaren omdat de vorderingen in de vrijwaringszaak (met zaaknummer / rolnummer C/09/481255 / HA ZA 15-86, waarin eindvonnis is gewezen in het voormelde vonnis van 3 januari 2018) betrekking hebben op schoenen waarvoor datzelfde geldt. In beide zaken is Van Caem Sports bij voornoemd tussenvonnis door de rechtbank toegelaten tot het leveren van bewijs van de stelling dat de bij het beslag op 5 juli 2013 onder Van Caem Sports aangetroffen schoenen en de schoenen die door Van Caem Sports aan Goeiemode zijn verkocht, dezelfde schoenen zijn die Van Caem Sports bij EN-S Sports heeft ingekocht. Daarbij heeft de rechtbank aangenomen dat Van Caem Sports aan de bewijsopdracht zou willen voldoen door overlegging van administratieve bewijsstukken, zodat vooralsnog geen getuigenverhoor is bepaald, maar de zaak naar de rol is verwezen voor het nemen van een akte. Voor het geval Van Caem Sports het bewijs toch zou willen leveren door het horen van getuigen, is zij in de gelegenheid gesteld dit in haar akte te kennen te geven (vergelijk r.o. 4.34, 4.71 en het dictum onder 5.13 en 5.33 van het voormelde tussenvonnis).
2.2.
Ten bewijze van haar stelling heeft Van Caem Sports bij akte van 28 februari 2018 een schriftelijke verklaring overgelegd, gedateerd op 29 januari 2018 en ondertekend door (volgens de aanhef in de verklaring) de “Business Controller”, [A] (hierna: [A]), en de “CFO”, [B] (hierna: [B]), van de Van Caem Europe Group te Leiden (Nederland). Zij verklaren (door de rechtbank vrij vertaald uit het Engels en verkort weergegeven) dat zij de administratie van Van Caem Sports (die thans de statutaire naam Gamma Distribution B.V. draagt) hebben bekeken. Op basis daarvan is hun conclusie dat Van Caem Sports op het tijdstip van de eerste levering op 1 maart 2013 van Converse schoenen door EN-S Sports, geen Converse schoenen in voorraad had. Op het tijdstip van de tweede levering op 12 april 2013 van Converse schoenen door EN-S Sports, had Van Caem Sports enkel Converse schoenen in voorraad die over waren van de eerste levering. Na de eerste en tweede levering door EN-S Sports heeft Van Caem Sports geen Converse schoenen meer gekocht of ontvangen. Dat betekent volgens [A] en [B] dat alle schoenen die op 5 juli 2013 in beslag zijn genomen, door Van Caem Sports van EN-S Sports zijn ontvangen.
2.3.
Daarnaast heeft Van Caem Sports een door de CEO van Gamma Distribution B.V. (voorheen Van Caem Sports), mr. [C], ondertekende verklaring overgelegd waarin hij aanbiedt de verklaring van [A] en [B] te laten verifiëren door een “
independent auditor”.
2.4.
Gezien deze schriftelijke verklaringen acht de rechtbank Van Caem Sports niet geslaagd in het aan haar opgedragen bewijs. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
2.5.
Nu Van Caem Sports heeft verzuimd verifieerbare gegevens uit haar administratie over te leggen waaruit volgt welke weg de twee door EN-S Sports aan haar geleverde partijen Converse schoenen hebben afgelegd, is de enkele - niet controleerbare en door EN-S Sports gemotiveerd betwiste - verklaring van [A] en [B] als bewijs voor haar stelling onvoldoende. Het lag op de weg van Van Caem Sports om schriftelijke bewijsstukken uit haar administratie over te leggen, met de gegevens die de basis hebben gevormd van de door [A] en [B] afgegeven verklaring. Daartoe is Van Caem Sports ook uitdrukkelijk door de rechtbank uitgenodigd in het voornoemde tussenvonnis. De rechtbank denkt dan (bijvoorbeeld) aan printscreens van de administratie van Van Caem Sports ten aanzien van leveringen en voorraadpositie van CTAS schoenen (vergelijk punt 2.2 van voormeld tussenvonnis) in het betreffende tijdvak, met de door Van Caem Sports gebruikte productcodering, zodat aan de hand van die gegevens (en een eventuele toelichting daarop) bepaald had kunnen worden waarop [A] en [B] hun verklaring hebben gebaseerd. Dat alles heeft zij niet gedaan, noch heeft zij een verklaring daarvoor gegeven. Het voorgaande betekent dat de rechtbank voorbij gaat aan het aanbod van Van Caem Sports om alsnog bewijs te leveren door een deskundigenbericht, uit te voeren door een
independent auditor, als in strijd met de goede procesorde. Als Van Caem Sports meent dat het verkrijgen van een dergelijke verklaring tot de mogelijkheden behoort (wat in de ogen van de rechtbank niet vaststaat nu zij er van uitgaat dat Van Caem Sports daarmee een register accountant bedoelt, zie r.o. 4.21 van voormeld tussenvonnis), dan had zij dit al moeten doen. Van Caem Sports is immers al in de gelegenheid gesteld administratieve gegevens ter zake te overleggen en zij heeft dit verzuimd, waarmee dit aanbod tardief is.
2.6.
Van Caem Sports heeft daarnaast aangeboden [A] en [B] hun verklaring als getuige onder ede te laten herhalen. De rechtbank gaat eveneens aan dit aanbod voorbij, omdat herhaling van deze verklaringen onder ede (zoals hiervoor uitgelegd) niet kan leiden tot het bijbrengen van het benodigde bewijs.
2.7.
Met verwijzing naar r.o. 4.35 en 4.72 van voormeld tussenvonnis liggen de vorderingen van Van Caem Sports in de zaken 14-632 en 15-832 voor afwijzing gereed.
2.8.
Van Caem Sports zal zowel in de zaak 14-632 als in de zaak 15-832 als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten worden veroordeeld. Overeenkomstig het liquidatietarief worden de kosten in de zaak 14-632 begroot op € 1.368,-, waarvan € 282,- aan griffierecht en € 1.086,- aan salaris advocaat en in de zaak 15-832 op € 1.371,-, waarvan € 285,- aan griffierecht en € 1.086,- aan salaris advocaat.
in de zaak 15-420
2.9.
Met verwijzing naar r.o. 4.63 van het voormelde tussenvonnis zal de vordering van EN-S Sports worden afgewezen.
2.10.
Op grond van artikel 237 Rv dient EN-S Sports als de in het ongelijk gestelde partij te worden veroordeeld in de proceskosten. Nu SMATT geen conclusie van antwoord heeft genomen in deze zaak en het griffierecht ook niet heeft voldaan, worden de kosten aan de zijde van SMATT echter begroot op nihil.

3.De beslissing

De rechtbank
in de zaak 14-632
3.1.
wijst de vorderingen af;
3.2.
veroordeelt Van Caem Sports in de kosten van dit geding, tot dusverre aan de zijde van EN-S Sports begroot op € 1.368,-;
3.3.
verklaart de kostenveroordeling onder 3.2 uitvoerbaar bij voorraad;
in de zaak 15-420
3.4.
wijst de vorderingen af;
3.5.
veroordeelt EN-S Sports in de kosten van dit geding, tot dusverre aan de zijde van SMATT begroot op nihil;
in de zaak 15-832
3.6.
wijst de vorderingen af;
3.7.
veroordeelt Van Caem Sports in de kosten van dit geding, tot dusverre aan de zijde van EN-S Sports begroot op € 1.371,-;
3.8.
verklaart de kostenveroordeling onder 3.7 uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.M. Bus en in het openbaar uitgesproken op 20 maart 2019.