ECLI:NL:RBDHA:2019:1927
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag met dwangsom
In deze zaak heeft eiser, een asielzoeker, beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser heeft op 9 januari 2019 beroep aangetekend, nadat hij op 13 december 2018 verweerder in gebreke had gesteld. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank overweegt dat tegen het niet tijdig beslissen op een aanvraag beroep kan worden ingesteld zodra het bestuursorgaan in gebreke is en twee weken zijn verstreken na een schriftelijke ingebrekestelling.
De rechtbank constateert dat de beslistermijn op 12 december 2018 is verstreken en dat eiser op 13 december 2018 in gebreke heeft gesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is, omdat verweerder niet tijdig een besluit heeft genomen. De rechtbank legt een dwangsom op van € 1260, omdat verweerder meer dan 42 dagen in gebreke is gebleven. Daarnaast bepaalt de rechtbank dat verweerder binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit moet nemen en dat hij een dwangsom van € 100 verbeurt voor elke dag dat hij deze termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000.
Verder veroordeelt de rechtbank verweerder in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 256. De rechtbank concludeert dat deze zaak van licht gewicht is, omdat het enkel gaat om de overschrijding van de beslistermijn. De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, en is openbaar gemaakt.