Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 8 februari 2019 in de zaak tussen
[naam] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
ProcesverloopEiser heeft beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 18 december 2017 (het bestreden besluit).
Overwegingen
waarschijnlijk niet te herleiden is tot de spraakgemeenschap binnen Burundien dat
het mogelijk is dat hij, op grond van de getoonde informatie over zijn gestelde herkomstomgeving en hij het Kirundi blijkbaar goed kan verstaan, enige tijd in Burundi heeft verbleven.De Taalstudio concludeert dat er niet aan wordt getwijfeld dat eiser
afkomstig is uit de wijk [wijk] in Bujumbura, de hoofdstad van Burundi.De Taalstudio komt tot die conclusie op basis van de kennis van eiser over zijn gestelde herkomstomgeving, opvallende kenmerken van het door hem gesproken Swahili en de opvallende beheersing van het Kirundi. Door TOELT en de Taalstudio is over en weer gemotiveerd gereageerd op de beide taalanalyses waarbij TOELT de deskundigheid van de contra-expert in twijfel trekt. Los van de vraag of het rapport van de Taalstudio als deskundigenrapport dient te worden aangemerkt, kan dit rapport naar het oordeel van de rechtbank niet afdoen aan de motivering van verweerder dat eiser zijn gestelde Burundese nationaliteit en identiteit niet aannemelijk heeft gemaakt. Weliswaar kan uit het rapport van de Taalstudio worden afgeleid dat eiser afkomstig is uit Burundi en daar – zoals TOELT ook opmerkt – heeft verbleven, maar dit maakt hem nog geen Burundees staatsburger. Dit rapport van de Taalstudio neemt daarnaast niet weg dat eiser zich als Tanzaniaans staatsburger heeft gepresenteerd en hij met een Tanzaniaans paspoort Nederland is ingereisd.