ECLI:NL:RBDHA:2019:1876
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaar tegen naheffingsaanslag niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 februari 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, gevestigd in België, en de inspecteur van de Belastingdienst. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag omzetbelasting voor het tijdvak van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011. De inspecteur verklaarde het bezwaar echter niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Eiseres stelde dat zij de naheffingsaanslag niet had ontvangen, maar de rechtbank oordeelde dat de inspecteur aannemelijk had gemaakt dat de naheffingsaanslag naar het juiste adres was verzonden. De rechtbank stelde vast dat het bezwaarschrift te laat was ingediend en dat eiseres niet voldoende feiten had gesteld om de ontvangst van de naheffingsaanslag te betwisten. De rechtbank concludeerde dat het bezwaar terecht niet-ontvankelijk was verklaard en verklaarde het beroep ongegrond. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Den Haag.