Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 februari 2019 in de zaak tussen
[eiseres] , eiseres (V-nummer: [V-nummer] )
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
mogelijkheiddat de referent de burgerlijke ongehuwde staat aantoont met een ongehuwdverklaring uit het land van herkomst, maar wordt niet als expliciete eis gesteld dat een ongehuwdverklaring uit het land van herkomst wordt overgelegd. Het opeens in bezwaar door verweerder gemaakte onderscheid ten aanzien van de ‘huwbare leeftijd’ heeft helemaal geen wettelijke grondslag en is niet terecht. Eiseres meent dat óf bij iedereen een gelegaliseerde ongehuwdverklaring uit het land van herkomst moet worden verlangd, óf niet. En als er dan een onderscheid wordt gemaakt dient dat in het beleid kenbaar te zijn, waarbij ook wordt aangegeven op grond waarvan het onderscheid wordt gemaakt. Het beleid dient ter zake hiervan duidelijk te zijn, anders kan verweerder te pas en te onpas eigen aanvullende voorwaarden gaan creëren, aldus eiseres.
voorde huwbare leeftijd hadden verlaten en dat één zaak een misslag betreft.
Beslissing
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.024,-.