ECLI:NL:RBDHA:2019:14869

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 november 2019
Publicatiedatum
3 december 2020
Zaaknummer
7775517/19-11754
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van kosten van afsluiting gasaansluiting door netbeheerder

In deze zaak vordert de netbeheerder Rendo van de gedaagde partij, die een opslagruimte heeft gekocht, betaling van kosten voor de afsluiting van de gasaansluiting. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Rendo de gedaagde op 15 februari 2018 heeft geïnformeerd over het niet gebruiken van de gasaansluiting en dat de gedaagde de mogelijkheid heeft gekregen om een overeenkomst aan te gaan met een energieleverancier. Rendo heeft de overeenkomst op 16 juli 2018 opgezegd en de gasaansluiting is op 23 oktober 2018 verwijderd. Rendo vordert een bedrag van € 461,63, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, op basis van de Aansluit- en Transportovereenkomst en de Gaswet. De gedaagde heeft betwist dat hij een overeenkomst met Rendo heeft gesloten en stelt dat de kosten voor de afsluiting voor rekening van Rendo komen. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde als eigenaar van de opslagruimte aan te merken is als 'aangeslotene' en daarmee verantwoordelijk is voor de gasaansluiting. De vordering van Rendo wordt toegewezen, en de gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met rente en kosten.

Uitspraak

Rechtbank Den haag

Zittingsplaats ´s-Gravenhage
es
Rolnr.: 7775517/19-11754
14 november 2019
[jw.sys.1.rolnummer]
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de naamloze vennootschap Rendo,
gevestigd te Meppel,
eisende partij,
gemachtigde: Flanderijn Incasso Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde] ,
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als “Rendo” en “ [gedaagde] ”.

1.Procedure

De kantonrechter heeft kennis genomen van:
  • het exploot van dagvaarding van 13 mei 2019, met producties;
  • de conclusie van antwoord, met producties;
  • de akte van Rendo, met producties;
  • de aantekeningen van de griffier van de op 4 september 2019 gehouden comparitie van partijen, waar Rendo werd vertegenwoordigd door [betrokkene 1] en [betrokkene 2] , bijgestaan door haar gemachtigde en [gedaagde] in persoon is verschenen.
Vervolgens is vonnis bepaald op heden.

2.Feiten

De kantonrechter gaat uit van de navolgende feiten.
2.1.
Rendo is een netbeheerder en zorgt voor het beheer en onderhoud van aansluitingen
en meters. Ook draagt zij zorg voor het ontwerp, de bouw en het beheer van gas- en
elektriciteitsnetwerken. Zij distribueert gas, elektriciteit en warmte naar zo’n 138.700
aansluitingen in haar werkgebied.
2.2.
[gedaagde] heeft ongeveer twaalf jaar geleden een opslagruimte gekocht aan de [adres]
te [plaats] . Ten tijde van de koop was er in de opslagruimte een (actieve)
elektriciteits- en gasaansluiting.
2.3.
[gedaagde] heeft na aankoop van het onroerend goed een elektriciteitsovereenkomst gesloten, waardoor de verzegeling is verbroken en deze aansluiting actief is geworden.
2.4.
Rendo heeft [gedaagde] aangeschreven op 15 februari 2018 en [gedaagde] geïnformeerd dat de gasaansluiting niet wordt gebruikt. [gedaagde] wordt in de gelegenheid gesteld alsnog een overeenkomst aan te gaan met een energieleverancier, zodat de gasaansluiting kan worden gebruikt. Bij gebreke hieraan zal Rendo de overeenkomst beëindigen en de gasaansluiting verwijderen conform de algemene voorwaarden van Rendo.
2.4.
Bij brief van 16 juli 2018 heeft Rendo de overeenkomst tussen partijen opgezegd.
2.5.
De gasaansluiting in het onroerend goed van [gedaagde] is op 23 oktober 2018 verwijderd.

3.Vordering

3.1.
Rendo vordert dat [gedaagde] wordt veroordeeld tot betaling aan Rendo van een bedrag van € 461,63, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 399,30 vanaf de dag van dagvaarding, een en ander met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het geding.
3.2.
Voornoemd bedrag van € 461,63 is berekend als de som van € 399,30 in hoofdsom, € 2,43 aan tot de dag van dagvaarding vervallen vertragingsrente en € 59,90 aan buitengerechtelijke incassokosten.
3.3.
Rendo legt aan deze vordering ten grondslag primair dat [gedaagde] gehouden is tot betaling van de verwijderingskosten van € 399,90 op grond van de Aansluit- en Transportovereenkomst en artikel 5.3. sub b jo. 14.1 van de algemene voorwaarden. Er is sprake van contractovername. De projectontwikkelaar heeft de gas- en elektriciteitsaansluiting in het onroerend goed van [gedaagde] aangevraagd. Deze voorzieningen met bijbehorende overeenkomsten zijn bij de verkoop van het onroerende goed overgegaan op [gedaagde] . Met de koop verkreeg [gedaagde] het recht op de actieve aansluiting. Hierdoor dient [gedaagde] gekwalificeerd te worden als aangeslotene als bedoeld in artikel 1.1. van de Begrippencode gas. Met de verkrijging van het recht werd [gedaagde] gebonden aan de aansluitvoorwaarden, zoals bedoeld in de Aansluit- en Transportovereenkomst en de Algemene Voorwaarden.
3.4.
Subsidiair stelt Rendo dat [gedaagde] gehouden is tot betaling op grond van de Gaswet jo. artikel 1.1 Begrippencode Gas (behorende bij de Gaswet) jo. 2.5.1.12 van de Tarievencode Gas. [gedaagde] is op grond van deze wet aan te merken als ‘aangeslotene’ en is daarmee verantwoordelijk voor de aansluiting, alsook gehouden kosten voor beheer en onderhoud aan Rendo te betalen. Om haar moverende redenen heeft Rendo daar in het geval van [gedaagde] van afgezien. Om onder meer veiligheidsredenen dient de niet actieve gasaansluiting of te worden aangesloten, dus actief gemaakt te worden of dient deze te worden verwijderd.
3.5.
[gedaagde] is meerdere malen in de gelegenheid gesteld om te kiezen tussen of het in gebruik nemen van de gasaansluiting of de afsluiting van de aansluiting. [gedaagde] heeft herhaaldelijk aangegeven dat ingebruikname onzinnig was, omdat hij geen gas verbruikte. Er is contact geweest met [gedaagde] op 26 november 2009, 16 oktober 2012 en in augustus 2017. Het is dus onjuist dat voorafgaande aan de correspondentie in 2018 [gedaagde] nooit van Rendo had gehoord.
3.6.
[gedaagde] dient ook de vertragingsschade en buitengerechtelijke incassokosten aan Rendo te vergoeden.

4.Verweer

[gedaagde] voert ten verwere aan dat hij geen overeenkomst met Rendo heeft gesloten ten aanzien van de gasaansluiting. Hij heeft ook geen overeenkomst overgenomen van de projectontwikkelaar. De door Rendo overgelegde overeenkomst is enkel een antwoordformulier waarbij het unit van [gedaagde] met de hand is bijgeschreven. De algemene voorwaarden heeft [gedaagde] nimmer ontvangen. Wel was hij op de hoogte van de aanwezigheid van een niet aangesloten gasaansluiting in het onroerend goed. Daar heeft hij echter nooit gebruik van gemaakt. Dat deze aansluiting nu moest worden verwijderd, komt voor rekening en risico van Rendo.

5.Beoordeling

5.1.
Rendo heeft primair gesteld dat er sprake is van contractsovername. De projectontwikkelaar heeft een gasaansluiting in het onroerend goed aan laten brengen en daarvoor een overeenkomst met Rendo gesloten. [gedaagde] heeft gemotiveerd weersproken dat er sprake is van een overname van een overeenkomst met Rendo.
5.2.
Vast staat dat [gedaagde] vanaf de koop op de hoogte was van een verzegelde gasaansluiting in zijn onder 2.2. genoemde opslagruimte. Echter, tussen partijen staat vast dat een akte als vereist in 6:159 BW ontbreekt. Rendo heeft voorts gesteld haar stellingen op dit punt niet nader te kunnen onderbouwen met concrete feiten en omstandigheden, hoewel dat op haar weg had gelegen. Gezien de gemotiveerde betwisting door [gedaagde] , staat niet vast dat de verplichtingen uit de overeenkomst tussen Rendo en de projectontwikkelaar zijn overgegaan op [gedaagde] . Op deze grond kan de vordering van Rendo dan ook niet worden toegewezen.
5.3.
Op grond van de Gaswet jo. artikel 1.1 Begrippencode Gas (behorende bij de Gaswet) jo. 2.5.1.12 van de Tarievencode Gas is [gedaagde] , als eigenaar van de opslagruimte waarin de gasaansluiting zich bevindt en daarmee het recht op een actieve aansluiting, echter aan te merken als ‘aangeslotene’ conform de Gaswet. Daarmee, te weten met de verkrijging van het recht op een actieve aansluiting, is [gedaagde] gebonden aan de aansluitvoorwaarden, zoals bedoeld in de Aansluit- en Transportovereenkomst en de Algemene Voorwaarden, en verantwoordelijk voor de gasaansluiting.
5.4.
Gezien de houding van [gedaagde] , te weten dat hij geen gasaansluiting wenste en wilde meewerken aan verwijdering van de gasaansluiting, heeft Rendo op goede grond, vanwege de veiligheid - zo is onweersproken gesteld- , besloten de gasaansluiting te verwijderen, om daarmee de verplichtingen die op Rendo als netbeheerder rusten te kunnen beëindigen.
5.5.
Op grond van artikel 2.5.1.12 van de Tarievencode Gas, een algemeen verbindend voorschrift, hetgeen inhoudt dat dit artikel rechtstreeks van toepassing is op [gedaagde] , dient [gedaagde] de kosten voor de afsluiting van de gasaansluiting aan Rendo te betalen.
5.6.
De hoofdsom is daarom toewijsbaar, vermeerderd met de op grond van de wet verschuldigde rente.
5.7.
Nu geen afzonderlijk verweer is gevoerd tegen de buitengerechtelijke kosten, zijn deze als op de wet gegrond eveneens toewijsbaar.
5.8.
[gedaagde] wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de procedure.
Beslissing
De kantonrechter:
I. veroordeelt [gedaagde] om tegen behoorlijk bewijs van betaling aan Rendo te voldoen een bedrag van € 461,63, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 399,30 vanaf de dag van de dagvaarding;
II. veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, tot op heden aan de zijde van Rendo begroot op € 350,18, waarvan € 144,00 aan salaris voor de gemachtigde;
III. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door kantonrechter mr. D. de Loor, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 november 2019.