ECLI:NL:RBDHA:2019:14855
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Verbod op wijziging van statuten van wijkvereniging zonder rechtsgeldig besluit van de ALV
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 13 november 2019 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiser en twee gedaagden, allen leden van de Wijkvereniging [X]. De eiser vorderde een verbod voor de gedaagden om de statuten van de Wijkvereniging te wijzigen, omdat volgens hem geen rechtsgeldig besluit van de Algemene Ledenvergadering (ALV) aan de voorgenomen wijziging ten grondslag ligt. De eiser stelde dat tijdens de ALV van 28 mei 2019 een voorstel tot wijziging van de statuten was besproken, maar niet was goedgekeurd. Hij voerde aan dat het wijzigingsvoorstel, dat het bestuur nu voornemens is ter goedkeuring aan de notaris voor te leggen, op grond van artikel 2:42 BW aan de ALV ter goedkeuring moet worden voorgelegd.
De gedaagden voerden verweer, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat er geen rechtsgeldig besluit van de ALV was genomen over de statutenwijziging. Het verslag van de ALV toonde aan dat er geen stemming had plaatsgevonden over het wijzigingsvoorstel, en dat de wijzigingen die door de gedaagden werden aangevoerd niet voldoende waren om te concluderen dat de statuten rechtsgeldig waren gewijzigd. De voorzieningenrechter oordeelde dat het interim-bestuur een nieuwe ALV moet uitschrijven om de statutenwijziging rechtsgeldig te maken.
De voorzieningenrechter verbood de gedaagden om de statuten van de Wijkvereniging te wijzigen zonder een rechtsgeldig besluit van de ALV. Tevens werd bepaald dat iedere partij de eigen proceskosten draagt. De voorzieningenrechter adviseerde partijen om via mediation te trachten de onderlinge verstandhouding te verbeteren, gezien de slechte relatie tussen de eiser en het interim-bestuur.