Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], V-nummer: [V-nummer], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
mr. C.E.B. Davis, griffier.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 februari 2019 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Nigeriaanse nationaliteit, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser eerder asielaanvragen heeft ingediend in Italië, Oostenrijk en Duitsland. Nederland heeft een verzoek om terugname gedaan aan Duitsland, dat is aanvaard. Eiser heeft aangevoerd dat hij niet kan terugkeren naar Duitsland vanwege gebrek aan medische zorg, maar de rechtbank oordeelt dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat Duitsland zijn verdragsverplichtingen niet nakomt. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat de aanvraag niet in behandeling genomen kon worden en verklaart het beroep ongegrond. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.