In deze zaak betreft het een tussenbeschikking van de Rechtbank Den Haag in een teruggeleidingsprocedure met betrekking tot de internationale kinderontvoering van een minderjarige. De vader, wonende in de Verenigde Staten, heeft verzocht om teruggeleiding van de minderjarige naar de Verenigde Staten. De rechtbank heeft op 6 november 2019 drs. I. Sandig benoemd tot bijzondere curator over de minderjarige, die op 20 november 2019 in raadkamer met de kinderrechters heeft gesproken. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende stukken, waaronder verweerschriften en rapporten van de bijzondere curator. Tijdens de zitting op 20 november 2019 is het verzoek tot teruggeleiding van de minderjarige samen met andere verzoeken van de vader inhoudelijk behandeld, maar de behandeling is aangehouden vanwege een wrakingsverzoek van de moeder. De rechtbank heeft besloten om de Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering te belasten met de voorlopige voogdij over de minderjarige, omdat er zorgen zijn over de situatie van het kind. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard en verdere beslissingen aangehouden.