ECLI:NL:RBDHA:2019:14034
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Ontslag van een militair wegens het negeren van een stopteken en wisselende verklaringen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 31 december 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, een militair, en de staatssecretaris van Defensie. De eiser was per 10 april 2014 zijn loopbaan als militair begonnen en was op 1 december 2017 ontslagen. De reden voor het ontslag was het negeren van een stopteken van de politie op 10 augustus 2017, waarbij eiser wisselende verklaringen had afgelegd over zijn gedrag. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris aannemelijk had gemaakt dat eiser zich schuldig had gemaakt aan wangedrag, wat voldoende grondslag vormde voor ontslag. Eiser had verklaard dat hij doorreed uit angst voor de politie en om te voorkomen dat een medeverdachte, E., zou worden gearresteerd. De rechtbank concludeerde dat het negeren van een stopteken en de wisselende verklaringen van eiser als wangedrag moesten worden gekwalificeerd. Eiser had geen feiten of omstandigheden aangevoerd die het plichtsverzuim konden rechtvaardigen. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en bevestigde het ontslag.