ECLI:NL:RBDHA:2019:14019
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in belastingzaak
Op 17 december 2019 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoeker, die betrokken was bij een belastingzaak, had de wraking ingediend omdat hij bezwaren had tegen de aanwezigheid van een belastingambtenaar in de zittingszaal. Verzoeker beschuldigde deze ambtenaar van fraude en verzocht de rechter om hem uit de zittingszaal te verwijderen. De rechter weigerde dit verzoek, wat volgens verzoeker blijk gaf van partijdigheid. De wrakingskamer oordeelde echter dat de beslissingen van de rechter procedureel van aard waren en in beginsel geen grond voor wraking opleverden. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er objectieve aanwijzingen zijn voor vooringenomenheid. Aangezien verzoeker geen concrete omstandigheden had aangevoerd die deze vrees rechtvaardigden, werd het wrakingsverzoek afgewezen. De procedure in de hoofdzaak kan voortgezet worden in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.