ECLI:NL:RBDHA:2019:13842
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke geschil over naheffingsaanslag parkeerbelasting en de geldigheid van verkeersborden
In deze zaak heeft eiser, die € 5,25 parkeerbelasting heeft betaald voor het parkeren van zijn auto, een naheffingsaanslag ontvangen van de gemeente Den Haag. De gemeente stelde dat eiser niet met een dagvergunning had geparkeerd, wat volgens de geldende regels ter plaatse vereist was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verkeersborden voldoende duidelijk waren en dat het parkeerregime in de Laan van Van der Gaag alleen het parkeren met een dagvergunning toestond. De naheffingsaanslag werd in eerste instantie als terecht opgelegd beschouwd, maar de rechtbank oordeelde dat de gemeente ten onrechte geen rekening had gehouden met de reeds door eiser betaalde parkeerbelasting van € 5,25. De rechtbank verwees naar een arrest van de Hoge Raad, maar concludeerde dat dit niet van toepassing was op de situatie van eiser.
De rechtbank heeft de naheffingsaanslag verminderd tot € 85,25, omdat eiser materieel te veel had betaald. De uitspraak op bezwaar van de gemeente werd vernietigd en het beroep van eiser werd gegrond verklaard. De rechtbank heeft ook bepaald dat de gemeente het betaalde griffierecht van € 47 aan eiser moet vergoeden. De uitspraak werd gedaan door rechter G.J. Ebbeling op 12 december 2019, na een zitting op 28 november 2019, waar eiser aanwezig was en de gemeente vertegenwoordigd werd door een gemachtigde. De beslissing is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag.