ECLI:NL:RBDHA:2019:13402
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering van jachtakte op basis van twijfels over verantwoord gebruik
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 december 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, die een jachtakte had aangevraagd, en de minister van Justitie en Veiligheid, die deze aanvraag had geweigerd. De weigering was gebaseerd op artikel 3.28 van de Wet natuurbescherming, dat stelt dat een jachtakte moet worden geweigerd als er twijfel bestaat over het verantwoord gebruik ervan. Eiser had eerder een jachtakte, maar zijn aanvraag werd geweigerd vanwege eerdere veroordelingen en incidenten die de korpschef als bedreigend had beoordeeld. Eiser voerde aan dat er geen reden was om aan te nemen dat hij misbruik zou maken van de jachtakte, en dat eerdere veroordelingen niet automatisch tot een weigering moesten leiden. De rechtbank oordeelde echter dat de korpschef in redelijkheid had kunnen besluiten tot weigering van de jachtakte, gezien de informatie die beschikbaar was over eiser's verleden. De rechtbank concludeerde dat de minister het administratief beroep van eiser terecht ongegrond had verklaard. Eiser's beroep op het vertrouwensbeginsel werd afgewezen, omdat de rechtbank oordeelde dat eerdere fouten niet herhaald hoefden te worden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.