ECLI:NL:RBDHA:2019:13214
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag Algerijnse nationaliteit met inreisverbod
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 november 2019 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Algerijnse eiser. De eiser had op 23 oktober 2019 een asielaanvraag ingediend, maar deze werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser problemen heeft ervaren met een groepering in Algerije die betrokken is bij drugshandel, en dat hij met de dood is bedreigd nadat hij had geweigerd voor hen te werken. Ondanks deze claims heeft de rechtbank geoordeeld dat de staatssecretaris terecht heeft geconcludeerd dat Algerije als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt. De rechtbank heeft de argumenten van de eiser, waaronder de stelling dat hij geen identificerende documenten heeft kunnen overleggen, niet overtuigend geacht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij bij terugkeer naar Algerije daadwerkelijk gevaar loopt. De rechtbank heeft de afwijzing van de asielaanvraag door de staatssecretaris bekrachtigd en het beroep van de eiser ongegrond verklaard. Tevens is er een inreisverbod van twee jaar opgelegd, wat in overeenstemming is met de geldende wetgeving.